Nieuws 2017


(29 december 2017)           Het is momenteel bitter koud in delen van de Verenigde Staten en Canada. President Trump was er als de kippen bij om commentaar te geven.

In the East, it could be the COLDEST New Year’s Eve on record. Perhaps we could use a little bit of that good old Global Warming that our Country, but not other countries, was going to pay TRILLIONS OF DOLLARS to protect against. Bundle up!

— Donald J. Trump (@realDonaldTrump) 29 december 2017


Trump maakt een beginnersfout: hij verwart "weer " met "klimaat". Het weer, dat zijn de omstandigheden zoals ze op een bepaald moment zijn. Terwijl je dit leest, kan het buiten koud en guur zijn. Of de zon kan schijnen, of het onweert, of het waait. Door te luisteren naar het weerbericht, kennen we alle elementen die het weer bepalen. Het weer voor vandaag, voor vannacht, voor morgen.


Als we heel veel weergegevens bij mekaar voegen, bekomen we het klimaat. Het klimaat, dat is het resultaat van 30 jaar onafgebroken waarnemingen van het weer.


Aan de hand van klimaatgegevens kunnen we zien of het weer van een bepaalde dag warmer of kouder is dan gemiddeld. We kunnen immers vergelijken met het gemiddelde van heel veel waarnemingen uit het verleden. En dat zorgt dan voor de beroemde zinsnede normaal voor de tijd van het jaar.


Het is heel normaal dat er voor een bepaalde dag van het jaar heel veel variatie zit op het weer. Je hebt in het verleden al verjaardagen gehad met zonneschijn, maar ook verjaardagen met regen, of met hagel, of onweer, of hitte. Door uit te middelen over een periode van 30 jaar, kunnen we uitspraken doen over het gemiddelde weer.


Als we nog veel meer weergegevens hebben, kunnen we kijken of het klimaat in de loop der jaren verandert. Dat blijkt inderdaad zo te zijn. Het klimaat warmt op. In de 19e eeuw was het duidelijk kouder dan nu. Meer informatie daarover vind je op de klimaatpagina's van mijn site.


Het is beangstigend dat de machtigste man van de wereld niet verder kijkt dan "vandaag".




(16 december 2017)           We beleven zeer sombere tijden. In december 2017 heeft de zon in Ukkel nog maar 2 uur geschenen.


Het is normaal dat december de somberste maand van het jaar is: de zon staat dan immers het laagst aan de hemel. Maar dit is toch wel uitzonderlijk.


De zonneschijnduurmetingen zijn in Ukkel begonnen in 1887. De somberste maand ooit geregistreerd was december 1934 met 10 uur zonneschijn. Dan volgen december 1920, december 1935 en december 1943 met 14 uur zonneschijn. Op de vijfde plaatst staat november 1993 met 16 uur zonneschijn.


Meer informatie vind je hier.


Natuurlijk weten we niet hoe het tweede deel van december 2017 zal verlopen. Zondag 17 december en maandag 18 december 2017 krijgen we wellicht wat opklaringen. Maar daarna volgt er een periode met rustig en zeer grijs hogedrukweer.




(17 oktober 2017)           Naast het Saharastof is er vandaag nog een tweede filter bijgekomen: rook afkomstig van (aangestoken) bosbranden in Portugal en Spanje.


In combinatie met wat hoge bewolking zorgde dat vooral voor de middag voor een bloedrode zon die makkelijk zichtbaar bleef met het blote oog. Sommige mensen dachten zelfs dat het de volle maan was.


De stof- en rookwolken dreven op enkele kilometer hoogte boven ons voorbij. Aan de grond werd door de Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu (IRCEL) nauwelijks extra vervuiling gemeten. Het was vandaag dus zeker geen ongezonde dag zoals hier en daar werd beweerd in de media.


Wel werden de weercomputers gefopt door de flauwe zon. Het kwik steeg duidelijk minder hoog dan verwacht. En de opbrengst van mijn zonnepanelen was veel lager.


Bij een heel grote vulkaanuitbarsting (genre Krakatau) kan de wereldwijde temperatuur gedurende maanden meer dan een graad dalen.




(16 oktober 2017)           Afgelopen nacht was het uiterst zacht. Op veel plaatsen minima tussen 16 en 18 graden. Dat is acht tot tien graden boven de gemiddelde minimumtemperatuur voor half oktober.


In het noorden van het land is er wat neerslag gevallen. Die regen bevatte stof afkomstig van de Sahara. Dat stof is door de ex-orkaan Ophelia tot bij ons geraakt. Het zorgde voor een dun stoflaagje, heel goed zichtbaar op de auto's en op de ramen.


Het gebeurt wel vaker dat tonnen Saharastof tot in onze streken raken. Dat was o.a. het geval op 7 februari 1972, van 16 tot 18 september 1975, op 27 juli 1983, op 10 november 1984, op 7 mei 1988, op 18 en 19 maart 2004, op 28 mei 2008 en op 28 juni 2012.




(9 augustus 2017)           Zoals alle dagen doe ik 's ochtends van thuis uit de radioweerberichten voor Radio 1 en MNM. En daarna vertrek ik snel met de fiets naar VRT om daar nieuwe radio- en TV-weerberichten voor te bereiden. Anderhalf uur trappen, maar ook genieten van de natuur, het landschap en de wolken.


En vrijwel onmiddellijk zie ik in de middelhoge en hoge bewolking twee grote gaten. Het zijn vliegtuiggaten, valstreepgaten of pilotengaten (Engels fall streak holes).




De wolken bestaan uit onderkoelde waterdruppels. Twee vliegtuigen zijn door de wolken gevlogen. In eerste instantie zijn de druppels verdampt, waardoor de gaten ontstaan. En vervolgens regent het ijskristallen in zo'n gat. Het resultaat is betoverend. "It's like God sat on the Earth with a wet butt." tweette @bechillcomedian.


Gauw enkele foto's maken en op Twitter gooien... maar ik moet natuurlijk verder fietsen: het werk wacht niet.


Maar het is zo mooi, zo onaards. Langs het Zeekanaal kan ik me niet bedwingen en volgt een tweede lading foto's.


Bedwelmd door zoveel moois spurt ik verder naar VRT. De twee vliegtuiggaten verdwijnen. Ik zie op verschillende plaatsen in de bewolking nog wel sporen van andere pilotengaten.


Op de Woluwelaan is het weer prijs. Ik leef met mijn hoofd in de wolken.




Later zal blijken dat de valstreepgaten op verschillende andere plaatsen zijn gespot door aandachtige waarnemers, o.a. in Strombeek-Bever, Herentals, Haacht, Mechelen, Wilrijk, Elewijt, Londerzeel, Antwerpen en Lier. In elk geval: vandaag ben ik in de zevende hemel.


"Als je echt wil kijken, kan je heel veel zien."




(21 juli 2017)           Op de nationale feestdag wil de traditie dat er altijd wel een regenbui is, een "drache nationale". België is voor velen immers het land waar het altijd regent, dus ook op 21 juli.


Maar is dat wel zo? Eigen onderzoek van enkele jaren kon enkel maar bevestigen wat klimatologen al lang weten: het regent niet zo vaak in België. Weliswaar zijn er veel regendagen, maar het aantal regenuren is aan de lage kant.


In de Ukkelse waarnemingen ben ik op zoek gegaan naar de neerslaghoeveelheden op 21 juli.


Voor de periode 1880 - 2016 (137 jaar) zijn er 10 nationale feestdagen met meer dan 10 mm neerslag.
29 nationale feestdagen met neerslaghoeveelheden tussen 1 en 10 mm.
28 nationale feestdagen met neerslaghoeveelheden tussen 0,1 en 1 mm.
en 70 droge nationale feestdagen.


Conclusie: het is een fabeltje dat het op 21 juli altijd moet regenen Je hebt ongeveer 70% kans dat het niet of nauwelijks (< 1mm) regent.




(26 juni 2017)           De droogte wordt nu echt wel nijpend. Deze grafieken tonen voor Koksijde, Ukkel en Spa de gecumuleerde neerslag van het voorbije lopende jaar, van 24 juni 2016 tot 24 juni 2017.


Zo'n neerslagtekort kan echt niet op korte tijd ongedaan worden gemaakt. De buien die voor de volgende dagen voorspeld worden, zullen misschien de ergste nood lenigen. Maar teveel neerslag op te korte tijd is niet goed. De bodem is nu immers keihard door de droogte. Een grote hoeveelheid regenwater op korte tijd spoelt dan gewoon weg en kan niet in de grond dringen. Resultaat: lokale wateroverlast in de laagstgelegen gebieden.


Wat we nodig hebben, is gezapige regen die gedurende vele uren geduldig druppelt uit langzaam voorbijtrekkende storingen. En dat is typisch iets voor het winterseizoen.


Meteen is duidelijk dat de structurele droogte zeker nog wel enkele weken (maanden?) zal aanhouden. Ook al verwachten we voor de volgende dagen lokaal striemende regenbuien en onweer.


Overigens hebben we een slecht geheugen: de eerste zes maanden van 2016 waren supernat.




(20 juni 2017)           De hitte en de droogte hebben al heel wat inkt doen vloeien. Iedereen maakt de vergelijking met de lente en de zomer van 1976.


Nu al is duidelijk dat juni 2017 in de top-5 van warmste junimaanden sinds het begin van de waarnemingen in Ukkel in 1833 zal komen.


Vele mensen vragen zich af of de droogte en de warmte een gevolg zijn van de klimaatopwarming. Daarop moet ik genuanceerd antwoorden.


Het weer is immers niet hetzelfde als het klimaat. Het weer, dat zijn de omstandigheden zoals ze op een bepaald moment zijn. Als we heel veel weergegevens bij mekaar voegen, bekomen we het klimaat. Het klimaat, dat is het resultaat van 30 jaar onafgebroken waarnemingen van het weer.


Mijns inziens is het onmogelijk om één welbepaalde gebeurtenis van het weer te linken aan het veranderende klimaat. Ook vroeger (bvb. in 1976 en 1947) waren er hittegolven, zelfs veel fellere dan wat we vandaag meemaken.


Maar je kan ook gaan kijken naar de frequentie waarmee bepaalde weergebeurtenissen zich voordoen. En dan is het wél duidelijk. Voor de hele 20e eeuw tel ik (met de meest recente correctiefactoren voor open thermometerhutten tot mei 1983) in totaal 29 hittegolven in België (Ukkel). In de 21e eeuw is de huidige periode de negende hittegolf. Als we op dit tempo verder gaan, krijgen we in de 21e eeuw in de orde van grootte van 55 hittegolven.


Een individuele weergril kan je niet verklaren door de klimaatopwarming. Maar als je de gegevens ruimer kadert in de tijd, zie je dat de dingen wel degelijk aan het veranderen zijn.


Ik moet er meteen ook bijvertellen dat wij veel "gevoeliger" zijn geworden voor weer- en klimaatthema's. In 1976 werd er door de media veel minder verslag uitgebracht over de hitte en de droogte.


Tegenwoordig is de pers er heel snel bij als het weer een gekke sprong maakt. En dat creëert soms een negatief, fout beeld. Zo is het aantal overschrijdingen van de ozondrempel tegenwoordig kleiner dan op het eind van de vorige eeuw. Een ander voorbeeld van een positieve evolutie vind je hier. Het zou goed zijn als ook die informatie het nieuws zou halen.




(30 mei 2017)           Ik zag gisteren heel wat paniekberichten over "zwaar onweer" passeren. De media laten zich graag op sleeptouw nemen door enkelingen en commerciële websites die het moeten hebben van alarmen, catastrofen en uitroeptekens.


Probleem is wel dat er gemiddeld zo'n 95 dagen per jaar zijn waarop het onweert in België. Gaan we nu voor elke donderslag panikeren en iedereen bang maken? Op die manier wordt het onmogelijk om te waarschuwen wanneer de situatie echt gevaarlijk zou kunnen worden.


Het K.M.I. heeft een kleurencode uitgewerkt om te waarschuwen bij mogelijke gevaren. Code geel komt jaarlijks tientallen keren voor. Ook gisteren bleef Ukkel bij code geel, en dat is het uiteindelijk ook geworden. Er was in de nacht van 29/30 mei 2017 wat lokaal gedonder, maar zeker geen zwaar onweer.


Zullen we afspreken dat de media enkel bij code oranje of code rood een tandje bijsteken? En dat we bij code geel niet gaan overdrijven?




(26 april 2017)           April 2017 wordt in zijn geheel een koudere maand dan maart 2017.


Dat is opmerkelijk. Elke dag komt de zon nu hoger aan de hemel. De dagen lengen, de nachten worden korter. Het lijkt dus logisch dat we in de verschillende maanden van de weerkundige lente (maart, april en mei) de gemiddelde temperatuur zien stijgen.


Maar dus niet dit jaar. Daar zijn twee redenen voor.


Eerst en vooral was maart 2017 recordzacht (zie ook de berichten hieronder). De natuur reageerde prompt en stond binnen de kortste keren volop in bloei.


Maar in april 2017 kwam de lucht overwegend uit het noordwesten tot het noorden. Dat gebeurt wel vaker: het geeft aanleiding tot de beruchte aprilse grillen. En tijdens nachtelijke opklaringen gleed het kwik helemaal weg en kregen we op veel plaatsen schadelijke nachtvorst. Verschillende bronnen hebben het over meer dan 50% van alle fruitbloesems die reddeloos verloren gingen door de schadelijke nachtvorst van 20 april 2017.


Kwatongen maken van de vrij frisse aprilmaand gebruik om te beweren dat het wel meevalt met de opwarming van ons klimaat. Zij maken drie fouten.

1) Het weer is niet hetzelfde als het klimaat.

2) Sinds het begin van de waarnemingen in Ukkel in 1833 zijn er ongeveer honderd maanden april die kouder waren dan april 2017.

3) België is de wereld niet.


De vorige keer dat de maand april in ons land kouder was dan de maand maart, dateert van 2012.




(4 april 2017)           De voorbije dagen was er wat onduidelijkheid over de exacte gemiddelde temperatuur van de voorbije maand maart. Was dat nu 9.5°C of 9.6°C ? De computers kwamen tot twee verschillende uitkomsten.


Het heeft even geduurd, maar nu kennen we het definitieve antwoord. Met een gemiddelde temperatuur van 9.6°C gaat maart 2017 de klimaatgeschiedenis in als de warmste maand maart sinds het begin van de waarnemingen in Ukkel in 1833.




(1 april 2017)           "Je moet de huid niet verkopen voor de beer geschoten is..." Als je hieronder mijn woorden van 8 maart 2017 leest, zou je kunnen denken dat de lente in maart geen potten heeft gebroken.


Niets is minder waar. Vooral in de tweede helft van de maand zette de zon een fameuze inhaalbeweging in. Uiteindelijk klokten we voor maart 2017 af op een gemiddelde temperatuur van 9.5°C. (nvdr: later gecorrigeerd tot 9.6°C , zie het weernieuws van 4 april 2017) Een evenaring van het record van maart 1991 en maart 1957.


Op zich is het niet abnormaal dat er af en toe eens een maandrecord sneuvelt. Maar in de statistieken zien we dat haast alle warme temperatuurrecords werden gerealiseerd in de laatste twee decennia. Dat is natuurlijk geen toeval. We zien hier de hand van de klimaatopwarming.




(8 maart 2017)           De laatste dagen heeft het al flink geregend en hard gewaaid. Meer en meer mensen beginnen te klagen over het weer. "Waar bijft de lente?" is een veel gehoorde vraag.


Ik moet jullie teleurstellen. Het is heel normaal dat het weer in maart nog gemeen kan doen. In maart 2013 waren er 18 vorstdagen, dat zijn dagen waarop de minimumtemperatuur negatief was. Er waren ook twee late ijsdagen, dagen waarop het de hele dag is blijven vriezen. Er waren in maart 2013 in totaal 11 sneeuwdagen.


Soms gebeurt het inderdaad dat we in de maand maart al eens 20 graden halen. Het record van de eerste 20 graden van het seizoen (een zgn. warme dag) was 9 maart 2014. Maar gemiddeld gesproken hebben we in Ukkel voor het eerst een maximumtemperatuur van 20 graden op 21 april.


Als vuistregel kan je stellen dat half april het scharniermoment is. Voor die datum kan je de lente dikwijls vergeten en heeft het weer soms nog winterse trekjes. Na half april wordt de kans op zacht lenteweer snel groter.


Nog even geduld dus. De lente zal overwinnen, maar dat gaat niet zonder slag of stoot.




(1 maart 2017)           De weerkundige lente is begonnen. Voor weerkundigen is het moeilijk om te werken met seizoenen die niet beginnen op vaste dagen van het jaar. En dus hebben we het ons gemakkelijk gemaakt. De weerkundige seizoenen beginnen altijd op de 1-ste van de maand: 1 maart, 1 juni, 1 september en 1 december. Makkelijk om te rekenen.


De voorbije weerkundige winter was erg droog. De laatste dagen van februari 2017 is er nog behoorlijk wat regen gevallen. Maar in de hele weerkundige winter 2016-2017 viel er in Ukkel maar 127,3 mm neerslag. Het was geleden van de weerkundige winter van 1984-1985 dat het 's winters nog zo droog was.




(22 januari 2017)           Vandaag werd de informatiedrempel voor fijn stof overschreden. Voor de media was dat ongeveer het belangrijkste nieuws van de dag. En terecht: fijn stof is absoluut niet goed voor onze gezondheid.


Toch is het nodig om de puntjes op de i te zetten. Fijn stof komt nu veel meer in de berichtgeving dan vroeger. Bij sommigen wekt het de indruk dat het probleem verergert. En dat is niet zo. Integendeel: gemiddeld gesproken is de lucht nu zuiverder dan 30 jaar geleden.


Fijn stof-partikeltjes zijn ideale condensatiekernen voor waterdruppeltjes. Op die manier wordt mist gevormd. Hoe meer condensatiekernen aanwezig zijn, des te meer mist (smog) zich kan vormen.


Nu zien we dat de voorbije dertig jaar het aantal mistdagen in zowat alle Europese stations sterk is afgenomen. En dat is een gevolg van schonere lucht. De Europese luchtkwaliteit is nu (gemiddeld gesproken) duidelijk beter dan vroeger.


Hoe komt het dan dat we nu veel meer berichten horen over fijn stof? Dat is een gevolg van betere metingen. Vroeger wisten we niet hoe slecht de luchtkwaliteit was. Dat leidde soms tot dodelijke verontreiniging, o.a. in de Maasvallei in december 1930 en in Londen in december 1952


Het invoeren van een informatiedrempel voor fijn stof van 50 µg/m³ dateert pas van 9 november 2016. Vroeger bestond die informatiedrempel niet - en werd er dus ook niet over bericht. Zo simpel is dat.


De luchtkwaliteit in België is nu dus beter dan enkele decennia geleden. Steenkool wordt nog nauwelijks gebruikt om ons te verwarmen. Dieselroetfilters verkleinen de uitstoot van fijn stof. De overheid heeft de industrie strengere normen opgelegd. Meer en meer duiken er lage-emissiezones op in steden.


Als wij nu met zijn allen nog onze mobiliteit verder onder de loep willen nemen en het gebruik van de open haard beperken, wordt het nog beter. Voor ons en voor onze kinderen.





(16 januari 2017)           De storm van 13 januari 2017 was minder erg dan verwacht. Aan de kust was er weliswaar schade door hevige rukwinden (Zeebrugge tot 104 km/h). Maar in het binnenland waren de rukwinden veel minder fel. Vooral in het westen van het land viel er tijdelijk sneeuw - maar die smolt snel weer weg.


In de sociale media kregen de boodschappers de volle laag (zoals gewoonlijk). Mensen vergeten soms dat een weersverwachting niet wordt gemaakt door één persoon, maar door een heel team.


Maar dit keer was er meer aan de hand. De prognose over "de grootste superstorm van de afgelopen 50 jaar" kwam immers van de kranten. Men verwarde bovendien "storm" met "stormtij". Ik schreef al op 12 januari 2017 'dat ik van mijn stoel werd geblazen' toen ik dat las...


Jammer genoeg is het sensationele superstorm-bericht heel snel overgenomen in de sociale media, waar het een eigen leven ging leiden. De Gazet van Antwerpen belde me nog voor de storm en liet me mijn (genuanceerd) verhaal doen. In het TV-journaal van donderdag 12 januari 2017 heb ik nog gezegd dat het zeker niet de ergste storm in 50 jaar ging worden. Op radio en TV heb ik in de weerberichten geprobeerd om de storm terug te brengen tot normalere proporties.


Dat hielp allemaal niet. De toon was gezet. De meeste media deden weinig tot niets om de hype af te remmen.


En dus moest barbertje hangen...


Het zou goed zijn als journalisten hun bron zouden checken en een tweede opinie zouden vragen vooraleer ze sensationele berichten schrijven.





(12 januari 2017)           Het stormtij van vrijdag 13 januari 2017 veroorzaakt een heuse mediastorm. Men heeft het zelfs over de felste storm van de afgelopen 50 jaar - ik werd even van mijn stoel geblazen toen ik het las :-)


Om de 14 dagen staan de zon, de maan en de aarde ongeveer op één lijn. De zon en de maan bundelen dan hun krachten en daardoor zijn de getijden veel extremer: springtij. Zie ook hier.

<



Als de wind uit het noordwesten komt, wordt die watermassa naar de kusten van West-Europa geduwd. In combinatie met het springtij zorgt dat voor heel hoge waterstanden.


Bovendien staat de zon in januari het dichtst bij de aarde. Ook de volle maan staat dichterbij dan gewoonlijk, vandaag ongeveer 371.000 km tegenover gemiddeld 384.000 km. Je kan zelfs bijna van een supermaan spreken, maar dat hebben de meeste media niet door... Het is het enige merkbare effect van de zogenaamde supermaan.


Hoe dichter de zon en de maan bij de aarde staan, hoe meer het water komt opzetten. De gravitatiewet van Newton stelt immers dat de aantrekkingskracht omgekeerd evenredig is met het kwadraat van de afstand.


Dit keer ontsnappen wij waarschijnlijk aan het ergste. Op 31 jan/1 feb 1953 werden de Lage Landen geconfronteerd met een zware, langdurige noordwesterstorm in combinatie met springtij. Dat zorgde voor een verschrikkelijke watersnood met in Zeeland ongeveer 1800 doden.


Het noodweer van 1953 was de rechtstreekse aanleiding voor het Deltaplan in Nederland en het Sigmaplan in België.


Hopelijk houden onze dijken nu wél stand.





(5 januari 2017)           Er zijn nog altijd mensen die denken dat er geen klimaatopwarming is. De bewijzen zijn nochtans overduidelijk..


Het Copernicus-programma van de Europese Commissie heeft vandaag bekendgemaakt dat 2016 inderdaad het warmste jaar was sinds het begin van de waarnemingen in 1880. Het vorige record (van 2015) werd verpulverd met bijna 0,2°C.


Dat is opmerkelijk. Algemeen werd gedacht dat het jaar 2016 minder warm zou zijn, omdat het natuurfenomeen El Niño is weggeëbd.


Ook nu weer verwacht ik dat veel mensen deze grafiek zullen weglachen, "want vannacht gaat het stevig vriezen".


Bedenk dan dat er een groot verschil is tussen "weer" en "klimaat".




(2 januari 2017)           Nee, ik heb geen appartement aan de kust... maar het is een feit dat er daar meer zonneschijn is dan in het binnenland. Dat gegeven zorgt elk jaar trouwens voor de nodige heisa in de media.


Het K.M.I. heeft een kaartje gepubliceerd met de zonneschijnduur in 2016. De tendens is duidelijk. In 2016 kregen de provincies West- en Oost-Vlaanderen duidelijk meer zon dan elders.






(1 januari 2017)           De voorbije maand was het zeer zonnig en droog. December 2016 was bovendien een erg rustige maand.


Het hele jaar 2016 verliep in zijn totaliteit vrij normaal. De gemiddelde temperatuur bedroeg 10.7°C.




De eerste zes maanden van 2016 verliepen uiterst nat. De tweede helft was dan weer erg droog.


De zon scheen in Ukkel 1572 uur. Het was een uiterst rustig jaar, met een lage gemiddelde windsnelheid. We kregen 2 ijsdagen en 6 tropische dagen.


Tenslotte nog nieuws van mijn site. Ik steek daar jaarlijks heel veel tijd en werk in. In 2016 kreeg mijn site ongeveer 483.000 individuele bezoekers die ongeveer 2,2 miljoen pagina's opvroegen. Het klokje van een miljard seconden werd bezocht door meer dan 22.000 individuele bezoekers.

Er passeerde 1706 GB aan dataverkeer. Het meest gelezen pagina's zijn de zonnepanelen, over de passages van het Internationaal ruimtestation ISS, deze nieuwspagina, de klimaatpagina's, de pagina's over getallen en mijn fietsavonturen.

De "meer weer podcast" van 26 juli 2016 werd het meest beluisterd. Er werd het meest gezocht op de woorden IJsheiligen, winteruur en planeten. Lezers waren het meest geïnteresseerd in de nachthemel van de maand december.

Ongeveer 80% van de lezers komt uit België, 10% uit Nederland en 10% uit andere landen.

De pagina over de straalstroom werd meer dan 13.000 keer bekeken en was daarmee de meest gestelde vraag van 2016.

Mijn Twitter-account @frankdeboosere heeft ondertussen al meer dan 121.000 volgers.

Sinds eind 2015 heb ik ook een Facebook-pagina. Die heeft ondertussen al 9.500 volgers.

Ik heb in 2016 ook een aantal live uitzendingen gedaan via Periscope en Facebook-live.



Terug naar beginpagina
Statistieken:
Online: 8
Vandaag: 109
Laatste week: 8.689
Pagina's: 38.591.346
sinds 15 aug 2010