De bovenste grafiek toont de jaarlijkse
temperaturen zoals ze werden opgetekend door het Goddard Institute for Space
Studies (GISS). De Land-Ocean Temperature Index (LOTI) compenseert voor het feit dat de waarnemingsstations bijna allemaal op land staan, terwijl oceanen veel trager zijn om
warmte op te nemen of af te geven.
De trend is duidelijk. Het wordt gemiddeld gesproken warmer. De opwarming verloopt niet gelijkmatig: er zijn immers
ook natuurlijke factoren (o.a. zeestromingen, zonneactiviteit en vulkanen) die een rol blijven spelen.
Bemerk dat de gemiddelde temperaturen
op aarde veel minder snel stijgen dan bvb. de temperaturen in Ukkel (zie
Jaargemiddelden Ukkel).
Onderaan staan de neerslaggegevens voor de aarde, omgerekend naar jaarlijkse neerslag.
Deze grafiek moet met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. Het is
(alle satellieten en
supercomputers ten spijt) nog altijd uiterst moeilijk om
een idee te krijgen van de jaarlijkse gemiddelde neerslaghoeveelheid die op aarde valt. Mogelijk was er rond het midden
van de 20ste eeuw een stijging.
De grafieken zijn interactief: nadat de grafiek getekend is, kan je onmiddellijk de gegevens in
detail bekijken door er met de muis
over te gaan.
De oranje lijn geeft de
gemiddelde waarde (gemiddelde over de periode 1951-1980).
De rode lijn
berekent het lopend gemiddelde over 30 jaar. De termijn van 30 jaar
wordt algemeen gebruikt als men spreekt over het
klimaat.
Door de rode lijn te vergelijken met de oranje lijn, zie je dus eventuele veranderingen in het klimaat.
Precies omdat het
gaat over een lopend gemiddelde, kan de rode lijn maar berekend worden tot 15
jaar in het verleden.
Concreet: een klimaatwaarde
voor 1995 wordt berekend door het gemiddelde te maken van alle waarden
tussen 1981 en 2010 (een periode van 30 jaar).
Statistieken:
Online: 31
Vandaag: 787
Laatste week: 7.361
Pagina's: 40.717.807
sinds 15 aug 2010