Aantal onweersdagen in het land

Soms zijn de waarnemingsmogelijkheden te veel veranderd in de loop van de jaren. Toen men in 1928 begon met het bepalen van het aantal onweersdagen, gebeurde dat op basis van het horen van de donder.


Geleidelijk aan kwamen er meer waarnemingsstations waardoor er meer waarnemers waren die op een of andere (winter)dag wel eens een eenzame donderslag hoorden. En in de loop der jaren zijn er nieuwe methodes ontstaan om objectief vast te stellen of er ergens te lande onweer is geweest.


Met het bliksemdetectiesysteem SAFIR detecteert het KMI alle bliksemflitsen met een nauwkeurigheid van 2 km. Het nieuwe systeem BELLS (BElgian Lightning Location System) presteert nog beter.


De betere detectiemethoden zorgen in deze grafiek voor een geleidelijke toename van het aantal onweersdagen. Maar in dit geval is dat dus (grotendeels? - helemaal?) te wijten aan de betere metingen.


Met het BELLS-detectiesysteem heeft men bepaald dat er gemiddeld gesproken 95 onweersdagen in het land zijn.


De grafiek is interactief. Nadat de grafiek getekend is, kan je de gegevens onmiddellijk in detail bekijken door er met de muis over te gaan.


De rode lijn berekent het lopend gemiddelde over 30 jaar. De termijn van 30 jaar wordt algemeen gebruikt als men spreekt over het klimaat. De rode lijn toont je dus eventuele veranderingen in het klimaat. Precies omdat het gaat over een lopend gemiddelde, kan het maar berekend worden tot 15 jaar in het verleden.


Een concreet voorbeeld: een klimaatwaarde voor 1966 wordt berekend door het gemiddelde te maken van alle waarden tussen 1952 en 1981 (een periode van 30 jaar).



Terug naar het vorige menu
Statistieken:
Online: 33
Vandaag: 860
Laatste week: 7.391
Pagina's: 40.717.967
sinds 15 aug 2010