(9 november 2015)
Na de ochtendweerberichten op Radio 1 en MNM ben ik vandaag vrij. En dan stroomt het bloed waar het niet gaan kan natuurlijk: ik moet fietsen.
Vroeger werkte ik mijn fietstochten altijd uit via de site
www.fietsnet.be.
Het fietsknooppuntennetwerk in België is ondertussen meer dan 41.000 km lang.
Haast elke maand komen er interessante stukken bij. Gewoon wat getallen opschrijven en je kan vertrekken. Een fantastisch systeem.
En als het goed is, mag het ook wel eens gezegd worden.
Tegenwoordig gebruik ik vaak de site brouter.de.
Daar kan je (ook helemaal gratis) je fietsweg uitstippelen. Het programma houdt rekening met je voorkeuren: hoe vlak moet de rit zijn? Wil je drukke wegen
mijden? Moet er altijd een fietspad zijn? Ga je voor de kortste afstand of wil je veel langs waterpartijen fietsen? Bovendien kan
brouter.de
ook alternatieve wegen voorstellen.
Als je klaar bent, exporteer je de fietstocht als .GPX-file naar je smartphone.
Mijn smartphone is een eerder goedkope Chinese Android met een erg goede batterij. De fietsrit importeer ik in de
gratis app OsmAnd.
OsmAnd gebruikt de gratis Open Street Maps. De app geeft me met een Engelse stem richtingaanwijzingen:
"Binnen 500 meter naar links - binnen 200 meter naar links - binnen 90 meter naar links - naar links".
De rit die ik rij, wordt ook als een .GPX-file opgeslagen, zodat ik later mijn fietsavonturen kan analyseren.
En vooral: allemaal gratis.
Naast het woon-werkverkeer (elke dag 2x26 km) fiets ik dus ook nog voor mijn plezier. Vroeger was dat altijd een lus - maar dan heb je de helft van de tijd
altijd tegenwind.
Sinds enkele jaren volg ik een andere strategie. Ik kijk naar de windrichting (ik ben tenslotte weerman). Ik fiets met de wind mee naar een eindbestemming
waar een treinstation is. En dan keren mijn fiets en ik met de trein terug naar huis. Een treinticket voor de fiets kost 5 euro.
Op die manier wordt mijn actieradius verdubbeld. Ik heb altijd de wind in de rug. Ik geniet dubbel.
Vandaag staat er een stevige westzuidwestenwind. En dus stippel ik een tocht uit naar Lommel.
Om 8.50 uur vertrek ik op mijn doodgewone stadsfiets. Eerst gaat het naar Mechelen. Ik passeer de Onze-Lieve-Vrouwekerk, waar ik als jonge snaak nog heb
gezongen als koorknaap in het Onze-Lieve-Vrouwekoor. Eén van mijn koorgenoten toen was Erik Melaerts (gitarist van Clouseau).
De ingang van het Mechels Broek langs de Zandpoortvest is nu al een aantal maanden afgesloten voor fietsers. Maar geen probleem. Een ommetje maken, en OsmAnd
leidt me terug naar het juiste pad.
Via Peulis gaat het dan naar Heist-Goor en Booischot. In Goor is de Mechelbaan onderbroken - dus ook daar neem ik even aan alternatief. Ik duik de Herenbossen in en
zet koers naar Westerlo. Dit is genieten. Ik haal een gemiddelde snelheid van 20 km/h - voor mij is dat echt wel snel. Mijn hoogste snelheid
is zelfs 36 km/h!
Dat is het fijne aan fietsen: je komt op plaatsen waar je nog nooit bent geweest. Westerlo blijkt een schitterende plek te zijn met prachtige bossen en de
meanderende Grote Nete. Of even verderop in Meerhout de nieuwe brug over het Albertkanaal. In het lieflijke Zittaart ontdek ik de Haenvensemolen, wow.
Dan gaat het naar Meerhout. In café "Den Drossaerd" eet ik mijn meegebrachte boterhammen. Heerlijk.
Het gaat me echt voor de wind. In Balen besluit ik om door te fietsen naar Hamont, waar mijn schoonouders wonen. OsmAnd leidt me dan naar de terreinen van Nyrstar
(Balen-Overpelt), waar ik een prachtig fietspad vind dat plots en quasi onzichtbaar wordt afgesloten door een hek - levensgevaarlijk.
Via Lutlommel fiets ik naar het kanaal Bocholt-Herentals. Iets na 16 uur ben ik in Hamont.
Voor de terugreis bestel ik mijn treinticket via de app van de NMBS. Makkelijk! Het gaat van Hamont naar Herentals, dan overstappen naar Mechelen,
en vervolgens naar Londerzeel. Rond 21 uur ben ik thuis. Ik heb in totaal 115 km gefietst.
Zalig.
(27 oktober 2015)
Het woon-werkverkeer verloopt nog altijd op wieltjes. Maar af en toe kruipt het bloed waar het niet gaan kan,
en dan plan ik een extra fietstocht.
Het zachte herfstweer en de zuidoostenwind deden me besluiten om naar Zeebrugge te fietsen. Altijd wind mee, en op het
eind de fiets op de
trein
en met de rechtstreeks lijn Zeebrugge-Mechelen heel rustig terug naar huis sporen.
Ik had mijn route voorbereid via
brouter.de.
Met deze Duitse site kan je je tocht perfect plannen. In de praktijk kiest het programma vaak voor fietsknooppunten,
maar soms legt hij ook eigen accenten. Je kan instellen hoeveel omwegen hij mag maken. Heel gebruiksvriendelijk, gratis,
en meteen exporteerbaar naar de smartphone.
Om 8 uur 's ochtends ben ik vertrokken voor een tocht van 110 km. Om half negen via de GSM onderweg nog twee
weerberichten gedaan, voor Radio 1 en voor MNM.
Via Dendermonde ging het naar Lokeren en Zele, twee prachtige plaatsen waar ik veel te weinig over weet.
Enfin, dat geldt trouwens voor heel veel plekjes in Vlaanderen. Dat is het mooie aan zo'n fietstochten:
je komt op plaatsen waar je anders nooit zou komen. En met de fiets kan je meteen naar het hart van de stad. Zonder files.
Zonder parkeerproblemen. Gratis.
Dikwijls maken de fietswegen gebruik van oude spoorwegbeddingen. Dat is genieten tot en met, en vooral, heel snel vooruitkomen.
Ik ontdek Moerbeke. Het gaat vooruit: even verderop is al het kanaal Gent-Terneuzen.
Na Zelzate volgt een prachtig stukje Vlaanderen: het noordwesten van Oost-Vlaanderen. Mooie fietspaden, stilte, natuur. Heerlijk. Voor ik
het weet, ben ik in Nederland.
Ik passeer Aardenburg en fiets door het centrum van Sluis. De zon verdwijnt achter hoge wolken, maar het fietsplezier wordt enkel
groter. Louter het besef dat ik vanochtend nog thuis was en nu hier aan het fietsen ben in Nederland, geeft me vleugels.
En dan gaat het weer de grens over. In de verte doemt de lelijke Belgische kustlijn op, volgestouwd met hoge appartementen.
Zeebrugge is een wirwar van vrachtwagens, schepen, bedrijvigheid. Ik vind een klein cafeetje voor een lekkere kop koffie.
Om 16.06 uur neem ik de trein naar huis. Einde van alweer een fantastische fietsdag. De plannen voor nieuwe tochten liggen
al klaar. Luik? Vlissingen? Doornik?
(2 september 2015)
De tijd vliegt. Drie van onze vier kinderen zijn al de deur uit. Nog enkele jaren en mijn vrouw en ik zijn
alleen in ons grote huis op het platteland.
Hoe zou het zijn om later in een stad te wonen en elke dag naar het werk te gaan met de combinatie plooifiets-trein?
Vorige week hebben we de proef op de som genomen. Als experiment én als vakantie hebben we een appartement
gehuurd in Gent. Midden in de stad (omgeving Nederkouter), met zicht op de Leie. En op 2 km van het
station Gent Sint-Pieter.
Bij de schitterende vzw
Max Mobiel
huurde ik voor amper 30 euro een plooifiets van het merk Dahon. 's Ochtends na alle radioweerpraatjes
de fiets op, dan de trein naar Brussel Centraal en vervolgens met de fiets naar VRT. En 's avonds fietsje op
naar Brussel Noord, naar Gent treinen en dan nog 2 km naar het appartement. Spannend!
Het werd een succes over de hele lijn. Gent is een prachtige stad, met veel water, vriendelijke mensen,
lekker eten, niet duur, cultuur en cafés in overvloed. En heel veel treinen naar Brussel. Dat ging echt
verbazend vlot. Altijd plaats op de
trein.
Ik had nog nooit met een plooifiets gereden. Met mijn twee linkerhanden was ik heel benieuwd hoe moeilijk
het zou zijn om alles open en dicht te klappen. En is een dichtgevouwen fietsje op de trein
wel handig?
Na enkele ritten ben ik overtuigd: plooifietsen zijn heel nuttig. De Dahon liep heel lekker. Ik ben
naafversnellingen gewoon, en met een derailleur gaat alles echt wel wat vlotter. Een plooifiets is
heel wendbaar. Het plooien viel best mee - ik heb maar één keer mijn ringvinger (bijna) geplet.
De Dahon is zelfs in opgevouwen toestand nog vrij plomp. Je moet voor een plooifiets niet extra betalen
op de trein. Maar je neemt wel meer plaats in dan een gewone treinpassagier.
De fietshouding op de Dahon vond ik net iets teveel voorovergebogen. Ik ben mijn Gazellefiets gewoon, en daarop
zit je echt kaarsrecht. Maar voorts heel goede punten voor de plooifiets. En voor Max Mobiel: de fiets
was perfect in orde.
In totaal duurde de reis naar het werk ongeveer 80 minuten. Als ik van thuis uit vertrek (Wolvertem), ben ik met
de fiets 90 minuten onderweg. Werken vanuit Gent leverde me op dagbasis dus 2 x 10 minuten extra op.
Enkel voordelen dus? Nee. In een stad is er meer lawaai. Tramsporen zijn heel vervelend. En je moet natuurlijk
ook het treinticket betalen.
Maar al bij al was het een "vree wijs experiment". Volgende keer proberen we eens een week Leuven.
(5 augustus 2015)
Ik was nog aan het nagenieten van mijn fietstocht naar Dinant, toen ik een heel interessante tweet kreeg
van @Freg81
Ik ben onmiddellijk gaan kijken naar
brouter.de ... en inderdaad, het is een kleine goudmijn.
Want hoe fantastisch www.fietsnet.be ook is, het is nog
niet ideaal. Soms wil je snel van punt A naar punt B gaan. Als je dan enkel de fietsknooppunten ter beschikking
hebt, maak je soms grote omwegen. Toegegeven, het zijn altijd fraaie fietswegen, maar soms wil je wel iets
sneller vooruitgaan.
In het verleden stuurde ik mijn fietsroutes dan bij met
routeyou.com
en eventueel met BaseCamp. Maar dat leverde soms vreemde resultaten op, die enkel bruikbaar bleken voor de
geoefende veldrijder. Maar dan was de rit natuurlijk wel al gereden.
Het concept van brouter.de is even eenvoudig
als briljant. Gebruik makend van de gratis OpenStreetMap berekent het programma een route en drie alternatieven.
Je kan zelf parameters instellen: wel of geen fietsknooppunten gebruiken, hoe steil mogen hellingen zijn,
veerpont toegelaten of niet, ... en dan gaat het programma aan de slag. Je ziet meteen hoeveel meter je in
totaal zal moeten klimmen. Als je tevreden bent met het resultaat, exporteer je het als een .GPX-file.
Ik heb uitgebreid geëxperimenteerd met het programma. Zalig om fietsroutes te berekenen en in gedachten te
rijden... Maar natuurlijk is niks beter dan de praktijk.
Vandaag een lus uitgetekend van 47 km, naar Merchtem, Opwijk, Sint-Amands en terug via Lippelo.
Via de knooppunten kan je in deze streek leuke tochten maken.
Maar brouter.de gaat verder. Het rijgt
stukken van knooppuntroutes aan mekaar en verbindt ze met interessante tussenstukken.
Geef toe, een prachtige tocht!
Het programma levert ook voor het zuiden van het land heel interessante resultaten: RAVeL- en LF-routes
worden perfect herkend. Rivieren en kanalen worden "bevoordeeld". Je kan hiermee over de hele wereld
interessante fietstochten uitstippelen.
(2 augustus 2015)
Naast het gewone woon-werkverkeer hou ik er van om tijdens vakantiedagen grote tochten te maken
met de fiets.
Tot nu toe had ik de Ardennen altijd gemeden. Hellingen zijn zwaar, en naar beneden sjezen met snelheden van
50 km/h vind ik gevaarlijk. Maar natuurlijk is het wel zo dat je bovenop de berg wordt beloond met prachtige
panorama's en een zalig overwinningsgevoel.
En dus trek ik vandaag naar het zuiden. Voor dag en dauw opgestaan. Gewapend met 4 liter water, veel boterhammen
met kaas, kerstomaatjes en een hardgekookt eitje vertrokken om 5.50 uur. Net op tijd voor een heerlijke
zonsopgang. Want vandaag is het prachtig fietsweer: warm, droog en weinig wind.
Via Mechelen gaat het langs het kanaal Leuven-Dijle naar de studentenstad. Een weg die ik ondertussen haast
van buiten ken, omdat ik hem het voorbije jaar op zaterdag altijd deed op weg naar Radio 2 "De weekwatchers".
Prima fietspad, en het kleine stukje veldweg rond Cargill in Herent is nu ook geasfalteerd. Jawel,
ook in Vlaanderen maakt men werk van goede fietswegen.
Vanuit Leuven wil ik op de RAVeL 2-route naar Namen geraken. Via
www.fietsnet.be
zou ik met fietsknooppunten naar Hoegaarden kunnen fietsen. Maar op de kaart had ik gezien dat dat een beetje omweg
was... en dus had ik via
routeyou.com
zelf een alternatief uitgedokterd en verfijnd in BaseCamp.
En dat had ik niet mogen doen.
In Beauvechain, tussen de velden, ontmoet ik de eerste kasseistrook. Dokkeren dus, het begin van een tiental
kilometer plezante miserie. Het landschap begint te glooien en de kasseien gaan over in een parcours voor
veldrijders: graspaadjes, modder, kinderkopjes, scherpe stenen. Gelukkig rij ik met een gewone stadsfiets
en anti-lek-marathon-banden. Ik word een echte veldrijder-kampioen!
Uiteindelijk arriveer ik in Saint-Remy-Geest bij het prachtige kerkje. Op de Rue de la Montagne hobbel ik
in een rotvaart naar beneden en ben ik blij dat mijn remmen perfect werken. Even verderop arriveer ik
bij RAVeL 2. RAVeL is de afkorting van Réseau Autonome de Voies Lentes.
Mijn vorige RAVeL-ervaring
(toen ik vanuit Bergen kwam)
was niet meteen fantastisch. Ditmaal valt het 100% mee.
De RAVeL 2 is aangelegd op een oude spoorwegbedding. Een brede asfaltbaan voert me heel langzaam (zgn. "vals plat")
door het landschap. Dwars door dichte bossen, soms een prachtig viaduct, dan weer adembenemende landschappen,
en vooral: perfecte bewegwijzering. Dit is pure luxe.
De laatste tien kilometer voor Namen is het extra genieten: continu bergaf, zonder bochten en dus kan ik de grote molen
draaien. In de bossen beginnen nu ook rotspartijen op te duiken. De Condroz nadert. Heerlijk. En vooral: heel
goed te doen met een gewone stadsfiets. Dit had ik echt niet verwacht.
In Namen gaat het door enkele spoorwegtunnels - gelukkig had ik alles goed vooraf opgezocht en gecheckt op
Google Maps. En dan sta ik aan de Samber. Het is net geen 13 uur. Wow. Vakantie in eigen land, super.
Ik volg de Samber tot aan de samenvloeiing met de Maas. Je kan echt tot vlakbij de monding komen en wordt beloond
met een uniek vergezicht. Ik besluit om door te fietsen naar Dinant - dat moet lukken. Het blijkt een zeer juiste
beslissing te zijn...
Want tussen Namen en Dinant ligt een wandel- en fietspad. Dat fietspad is nog steeds de RAVeL 2,
al wordt het soms ook aangeduid met RAVeL 5 - het mag niet te makkelijk zijn. Het volgt nauwgezet de Maas:
felle hellingen zijn er dus niet bij. Het fietspad is meestal van goede kwaliteit, toch voor gewone stadsfietsen.
Twee keer is er een strook met nijdige kasseien.
De Maas meandert heerlijk en de rotspartijen zijn indrukwekkend. Ik fiets langs de pittoreske stadjes
Profondeville en Yvoir, waar er veel volk te been is. Maar in de tussenstukken ben ik meestal alleen.
Soms is het uitkijken voor een kolonie Canada- en Nijlganzen (bedankt boswachter Dirk @Dirk_Raes).
Dan passeert een trein. Het kasteel van Dave parelt aan de overkant.
Dit is genieten. Tot nu toe had ik de mooiste fietsherinneringen aan de meanderende Dender, Dijle en Nete. Maar
dit is mijns inziens een nog hogere categorie.
Rond 15 uur arriveer ik in Dinant. Nog even fiets ik naar de Rocher Bayard. Om 16.10 uur neem ik de trein
naar Brussel Noord. En dan is het nog 18 km fietsen naar huis. Om 19 uur ben ik thuis met in totaal 142 km
in de benen. Ik maak meteen nieuwe fietsplannen om het zuiden te veroveren ;-)
En ik zal toch maar beter de fietsknooppunten volgen, zeker in de buurt van de taalgrens.
(13 juli 2015)
Vorige week was ik met vakantie in Nieuwpoort. Binnenlands toerisme wat steunen ;-) en dat is (zoals altijd) 100% meegevallen.
Bovendien had ik mijn fiets mee. Een zalige beslissing. Nog meer dan met de kusttram kan je met de fiets
onze kust en de provincie West-Vlaanderen heel goed verkennen.
Een eerste tocht ging via Oostende naar De Haan, vervolgens naar Brugge en dan via Diksmuide opnieuw naar
Nieuwpoort. In totaal 130 km fietsplezier, al was er wel
veel wind. Ik had via
www.fietsnet.be
de knooppunten goed uitgestippeld. Maar in Oostende ging het door werken helemaal mis.
Het gebeurt wel vaker dat in grote steden de bordjes met fietsknooppunten zoek raken.
Gelukkig kon ik ook gebruik maak van de GPS op mijn smartphone,
met daarop het onvolprezen programma OsmAnd. Zonder op het web te gaan, gewoon even de (gratis) kaarten
consulteren en mij vervolgens door de vrouwelijke Engelstalige robotstem te laten begeleiden. Het programma
houdt ook nauwkeurig bij welke weg je juist gevolgd hebt. Achteraf kan je alles dus mooi nakijken op de kaart,
terwijl je geniet van een lekker biertje.
Tocht nummer 2 was 64 km lang. Ik ontdekte heerlijke plaatjes als Wulpen, Booitshoeke en Eggewaartskapelle.
Veel natuur, meestal goede fietspaden en prachtige panorama's.
Via Veurne ging het dan naar De Panne.
Daar kreeg ik het onzalige idee om over het strand naar Frankrijk te rijden. Aan de vloedlijn is het met een stadsfiets toch wel hard trappen...
Vervolgens ging het via de Hoge Blekker in Koksijde terug naar Nieuwpoort.
Op 11 juli zat de vakantie er op. Ik besloot om naar huis te fietsen: een supertocht van 161 km via Brugge,
Eeklo en Lokeren. Langs het kanaal van Schipdonk
was het heerlijk fietsen in de schaduw. Tweemaal moest ik de boot op: het veer van Langerbrugge
(kanaal Gent-Terneuzen) en het veer in Hamme (Schelde).
De Durme is een zalige fietsrivier - maar ter hoogte van de Molsbroeken (Lokeren) was het fietspad afgesloten.
Gelukkig kon ik met GPS in Waasmunster weer het juiste spoor vinden.
Voor geoefende renners is een rit van 161 km een lachertje. Maar in mijn geval (en met een gewone stadsfiets)
was deze tocht een heuse krachttoer. Mijn vorige langste
dagtocht was 140 km.
Hopelijk kan ik nog veel dergelijke fietstochten maken: het is zalig.
(14 juni 2015)
Gisteren werd de fietsostrade Mechelen-Antwerpen officieel geopend. Een fietsostrade is een snelweg
voor fietsers. Je kan er snel en veilig op een afgeschermde rijbaan van A naar B fietsen. Althans,
dat is de bedoeling.
Vandaag kon ik pas vanaf 's middags fietsen, te laat voor een grote tocht. En dus besloot ik om de fietsostrade te gaan uitproberen.
Een heuse fietstest!
Eerst fiets ik naar Mechelen Nekkerspoel, waar de fietsostrade begint. En meteen duikt al de eerste moeilijkheid op.
Waar is de fietsostrade?... In de ruime buurt rond Mechelen Nekkerspoel zoek ik naar wegwijzers, maar die zijn er niet.
Uiteindelijk vraag ik het aan een lieve mevrouw. Ze legt me uit dat ik naar het station moet fietsen en dan "schuin
de berg op".
Zo gezegd, zo gedaan. En inderdaad, naast het station begint een prachtig fietspad. Het begin van een
mooie trip naar Antwerpen.
Nu moet ik eerlijk zeggen dat het woord "fietsostrade" ietwat misleidend is. Je fietst vaak op een licht lopend pad
dat min of meer rechtdoor gaat en het spoor volgt. Maar de vergelijking met een autostrade gaat totaal niet op.
In totaal moet je een tiental keer een weg kruisen, en dan hebben de auto's voorrang.
Bovendien zijn er heel wat knikken in de weg: scherpe hoeken naar links of rechts, waar je absoluut geen zicht hebt
of er een tegenligger komt die zijn bocht zal afsnijden.
De bewegwijzering is verre van optimaal. Meestal volg je het fietsknooppuntennetwerk. De fietsknooppunten worden heel goed aangeduid.
Maar soms heb je er het raden naar of je nog steeds op de fietsostrade bent, want wegwijzers voor die fietsostrade zijn
schaars. Bovendien fiets je vaak in een beboste omgeving, waardoor alles nogal donker is. Zeker 's winters zal je moeten
hopen dat de tegenliggers goede verlichting hebben, anders gaan er ongelukken gebeuren.
Tussen Mortsel en Berchem
gebeurt het onvermijdelijke: ik raak de weg kwijt. Blijkbaar heb ik een afrit genomen en plots sta ik dus
op de Borsbeekbrug. Ik zoek dan maar mijn weg naar Berchem, waar de fietsostrade me opnieuw toelacht.
Het laatste stuk fietsostrade verloopt met horten en stoten: het ene rode licht na het andere duikt op. Enfin,
uiteindelijk sta ik in Antwerpen. Tijd om in Antwerpen Chinatown wat ginseng koffie te kopen - overigens een absolute aanrader;-)
Terugkomen doe ik via de fietsknooppunten. Zij loodsen me veilig door Antwerpen. Langs de Schelde gaat het naar
Hoboken, Aartselaar, Hemiksem en Niel. Ik ontdek weer schilderachtige plekjes en geniet van indrukwekkende
panorama's.
In totaal vandaag 83 km op de teller. Weer wat geleerd. En heel blij met de ginseng koffie!
NASCHRIFT: de mensen van de dienst Mobiliteit van de provincie Antwerpen melden op Twitter dat er die dag
maar liefst 2.619 fietsers waren op de fietsostrade. En dat ze de volgende weken het probleem van de
onvolledige bewegwijzering zullen aanpakken.
Jawel, er beweegt wat in fietsland!
(8 juni 2015)
De voorbije weken haperde mijn heup weer eventjes en daardoor kon ik in de maand mei wat minder fietsen. Niet fijn,
zeker als het weer uitnodigt om nieuwe horizonten te verkennen. Enfin, ondertussen zit het gewone woon-werkverkeer
weer op kruissnelheid.
En vandaag was het tijd voor een extraatje. Oorspronkelijk wou ik naar Namen fietsen, maar omdat de wind meer
noordoost dan noord was, koos ik voor Turnhout.
Het recept is altijd hetzelfde: het stuk met tegenwind kies ik voor de combinatie trein+fiets. Om 8.45 uur ben ik met
goede moed vertrokken naar Mechelen. Vandaar gaat het met de trein naar Turnhout, een rit van ongeveer één uur.
Als je de fiets wil meenemen op de trein, moet je een toeslag van 5 euro betalen.
Zoals altijd heb ik mijn fietsweg uitgestippeld met het fietsknooppuntennetwerk van
www.fietsnet.be. De route exporteer ik
dan naar BaseCamp (Garmin) waar ik alles wat kan "fine tunen". En uiteindelijk gaat de .GPX-file op de smartphone met daarop
het gratis programma OsmAnd (GPS). Ik heb een houder
gekocht om de GSM op het stuur te bevestigen. Zo heb ik altijd een helder
scherm ter beschikking (Huawei G7) en krijg ik (via oortjes) ook nog eens stem-aanwijzingen voor de route, mocht er een
bordje met een fietsknooppunt ontbreken.
Ik neem in Turnhout mijn aanloop langs het "Bels Lijntje", een oude spoorlijn tussen Turnhout en Tilburg die is omgebouwd tot fietsroute.
Al snel beland ik in de Kempense bossen. De fietspaden zijn niet geschikt voor racefietsen maar met mijn gewone stadsfiets
is er geen probleem. Het is heerlijk fietsen in de uitgestrekte bossen van de provincie Antwerpen. Zeker als een
strakke noordoostenwind je een duwtje in de rug geeft.
In Vorselaar stop ik even om ter hoogte van het kruispunt Heirbaan-Rommelzwaan te genieten van een heerlijk panorama
met stapelwolken.
Al snel sta ik aan het Albertkanaal. Hier ontbreken enkele bordjes, maar met de GPS is dat totaal geen probleem.
Wel moet ik voor een foto mijn GSM van het stuur halen en dat duurt eventjes. Volgende keer misschien toch nog een apart
fototoestelletje meenemen.
Na enkele kilometer gekanaliseerde Nete kan het zalige genieten beginnen: de fietsweg kronkelt langs de meanders van de Kleine Nete.
In taverne "De beemden" eet ik mijn boterhammen met twee tassen heerlijke koffie. En een leuke babbel met het personeel ;-)
De tijd vliegt voorbij, de landschappen ook. Daar is Lier, een vriendelijk stadje met veel kasseien maar ook
met een prachtige Grote Markt, de onvolprezen Zimmertoren en heel veel cafeetjes.
Vervolgens passeer ik Duffel en kom ik in Rivierenland. Af en toe mag een mens ook wel eens wat geluk hebben:
de fietsbrug over de Beneden-Nete is niet toegankelijk wegens onderhoud, maar ik moet die brug niet over. De andere
fietsbrug over de Rupel, luttele meters verderop, is wel in gebruik.
In totaal heb ik vandaag 88 km gefietst en genoten. De plannen voor nieuwe plekken (Vlissingen, Namen, Doornik, Luik, ...) zijn al gemaakt.
Ik hoop dat het een mooie fietszomer wordt.
(15 april 2015)
Het gewone woon-werkverkeer met de fiets blijft natuurlijk doorlopen. Ik ben ondertussen met mijn
fiets in totaal al twee keer de wereld rondgefietst.
Maar een mens wil natuurlijk meer, en daarom maak ik af en toe uitstappen puur voor mijn plezier.
Oorspronkelijk wou ik vandaag in alle vroegte (rond 4.30 uur) al met de fiets vertrekken naar Brussel Noord.
Maar omdat collega Sabine de ochtendweerberichten voor de radio wil overnemen, kan ik toch nog even blijven liggen.
Enfin, om 8.13 uur heb ik mijn fiets op de trein van Brussel naar Mons (Bergen) gezet. Altijd raak ik op de trein
aan de praat met leuke mensen. Ditmaal een heel bejaard Franstalig koppel (zij was 85). Maar zo charmant,
zoveel enthousiasme, zoveel kennis over geschiedenis en aardrijkskunde... echt knap.
En dus sta ik heel snel op het perron in Mons. Van het spektakel Mons 2015 (culturele hoofdstad) heb ik
niks gezien, enkel een grote bouwwerf aan het station. Maar goed, dat is dit keer ook niet het doel van
mijn reis.
Fietsen in Wallonië is erg leuk, maar er is maar op enkele plekken een fietsknooppuntennetwerk. Wel bestaan
er de zogenaamde RAVeL-routes, maar die worden in de praktijk heel slecht aangeduid - althans dat is mijn ervaring.
Een goede voorbereiding én een fiets-GPS zijn dus echt wel noodzakelijk.
Ik fiets vandaag eerst langs het Centrumkanaal. Sluizen alom, en daardoor valt het klimmen en dalen best mee.
Zoals steeds heb ik mijn weg zo gekozen dat ik gemiddeld gesproken altijd de wind in de rug heb.
Dat maakt echt een enorm verschil. En bovendien is het weer uitzonderlijk goed: blauwe lucht, veel zon
en aangename warmte.
Eerst ga ik even een kijkje nemen bij de oude hydraulische scheepslift van Thieu, erkend
door de UNESCO als werelderfgoed.
Maar in de verte pronkt al de moderne scheepslift van Strépy-Thieu. Een wonderlijk gevaarte dat een
hoogte van 73 meter overbrugt. Boven in het landschap eindigt het kanaal dus abrupt. De boot vaart een
grote bak binnen, de lift zet zich in beweging, en onderaan vaart het schip weer verder. Fantastisch.
Er komt natuurlijk heel wat klimwerk met de fiets aan te pas. Maar dat blijkt toch goed mee te vallen.
Al snel sta ik boven en geniet van een verbluffend panorama.
Even verderop wordt het kanaal trouwens nog over een dal geleid. De brug bestaat dus uit een grote waterbak
waarin de schepen varen. Ernaast is nog een fietspad. En beneden (dus onder de schepen) loopt een weg.
Verderop kom ik de enige RAVeL-wegwijzer van de hele tocht tegen. Ik passeer La Louvière en kies
vervolgens voor het oude kanaal Brussel-Charleroi. Dat wordt nu niet meer bevaren en
is door de jaren heen heerlijk verwilderd. Vlak ernaast stroomt het riviertje de Samme.
Ik fiets moederziel alleen door een heerlijk decor en hoor op de radio onheilspellende berichten
over files van drie uur richting kust.
Ondertussen verslechtert het fietspad wel. Aan elke sluis verandert het in een kasseiwegje. En af en toe
zijn er "werken". Soms kan je als fietser door (mits afstappen en voorzichtig zijn). Maar andere keren
is er geen beginnen aan en word je de wildernis in gestuurd. In de praktijk betekent dat steevast een
steil wegje omhoog, want weg van de vallei. En dan maar hopen dat je snel het kanaal kan terugvinden.
Al snel sta ik in Ronquières, net voorbij het hellend vlak. Dat zal ik een volgende keer bezoeken, als Charleroi
mijn bestemming is. Nu fiets ik langs het Zeekanaal naar Halle en dan dwars door Brussel naar Kapelle-op-den-Bos
en vervolgens naar huis.
In totaal 128 km heerlijk fietsplezier. Goedkoop, gezond, leerrijk én plezant.
(30 maart 2015)
De voorbije dagen waren nogal zwaar: regen, wind, en opspelende gewrichten. Maar het bloed kruipt
waar het niet gaan kan. Tussen twee stormachtige dagen in wil ik vandaag gebruik maken van
een mobiele hogedrukwig en een felle westenwind om naar Hasselt te fietsen/vliegen.
Na al die jaren heb ik al heel wat fietswatertjes doorzwommen. De onmiddellijke buurt met zijn
heerlijke fietswegeltjes ken ik ondertussen al een beetje. Door gebruik te maken van de trein,
kan ik mijn actieradius verdubbelen: fietsen naar de bestemming, altijd nieuwe horizonten tegemoet,
en dan met de fiets op de trein
naar een plek zo dicht mogelijk bij huis.
En als je dan weerman bent, weet je maar al te goed wat de overheersende windrichting zal zijn.
Vandaag is dat een onstuimige westen- tot noordwestenwind. Ik moet mijn bestemming dus oostwaarts zoeken
en zo valt Hasselt uit de bus. Via Mechelen het jaagpad van de Dijle volgen tot in Werchter,
dan de Demer tot in Aarschot, dan naar Diest en aankomst in Hasselt.
Alles dus snel voorbereid, fietsknooppunten als .GPX-file in mijn
fiets-GPS gestoken en in de smartphone. Knooppunten voor alle zekerheid ook nog eens uitgeprint
en op mijn fiets geplakt.
Na de ochtendweerberichten op Radio 1 en MNM dus vliegensvlug vertrokken. Liefst vertrek ik al rond 6 uur
's ochtends (of zelfs vroeger), kwestie van de dag te maximaliseren en de fietskilometers wat te spreiden.
Maar aangezien het
een heel snelle voorbereiding was geweest, had ik de radiocollega's niet kunnen verwittigen. En dus werd
het startschot voor de race naar Hasselt pas gegeven om 8.45 uur.
Inderdaad, het begon als een race. De westenwind gaf me vleugels: het eerste half uur haalde ik een
gemiddelde snelheid van 26 km/h. Voor een trage fietser op zijn stadsfiets (een zuinig "dieseltje",
maar dan zonder fijn stof) is dat een rotvaart. Met hoge verwachtingen kwam ik dus aan in Mechelen,
klaar om nieuwe prachtige fietspaden te ontdekken.
Maar wat een teleurstelling: het jaagpad bleek niet toegankelijk, wegens werken die meer dan twee jaar duren.
Ondertussen ben ik te weten gekomen dat je via de routedokter (googel maar even) best vooraf nakijkt
of alle fietspaden in orde zijn. Maar dat wist ik toen nog niet... en dus zat er niets anders op dan
naar Leuven te fietsen (langs de Leuvense vaart) en dan ergens onderweg de jump te wagen naar Werchter.
Dat bleek een foute beslissing. Wegwijzers naar Werchter waren schaars. Knooppunten-wegwijzers vond ik niet.
Er was nog andere wegenwerken.
En mijn fiets-GPS kende het plekje "Werchter" niet. Tot overmaat van ramp werd ik getrakteerd op enkele
hagelbuien. De moed zonk me in de schoenen.
Enfin, na enkele kilometers inwendig vloeken vond ik uiteindelijk dan toch de samenloop van Dijle en Demer en kon
het genieten beginnen. Het jaagpad langs de Demer tot Aarschot was perfect. Achter elke meander
zaten nieuwe landschapselementen. Heerlijk. Ik moest wel goed uitkijken dat de wind me niet in het decor blies.
In Aarschot at ik mijn boterhammen in het café "D'elf ure mis" terwijl het buiten hagelde.
De koffie smaakte heerlijk.
Tussen Aarschot en Diest stuurde het fietsknoopppunten-netwerk me door de bossen. De wegen waren soms onverhard,
maar de landschappen spectaculair. Dit was misschien wel het mooiste stuk van de tocht.
Voor je het weet, sta je in Zichem en even later in Diest.
Limburg is lang geleden begonnen met het principe van fietsknooppunten. Ook nu nog is het hét fietsparadijs
bij uitstek. Ik fietste door het landschap van Haspengouw langs kilometerslange boomgaarden.
Af en toe ook wat kasseien. Na 113 km arriveerde ik in Hasselt, net op tijd om de trein te nemen.
Op de trein nog een fijne babbel gehad met een Limburgse studente kine. En in Mechelen moest ik dan nog
13 km tegenwind trotseren.
Een heerlijke fietstocht was het. Maar ik heb voor alle zekerheid nu alle fietsknooppunten in mijn
smartphone gestoken;-)
(23 maart 2015)
Dit is een mooie fietsperiode. De voorbije weken zag je dat het daglicht meer en meer veld won. Fietsen
in de duisternis is (mits de juiste fietsverlichting) leuk en spannend, maar na enkele maanden verlang je
terug naar licht en kleur.
Met het botten van de bomen ben ik op www.fietsnet.be
weer ijverig op zoek gegaan naar leuke fietsavonturen. Er verschijnen voortdurend nieuwe fietspaden in ons
land. Recent is een groot deel van de provincie Henegouwen ontsloten. Dat ziet er fantastisch uit.
Voor vandaag was ik van plan om de Schelde en de Durme te volgen om uiteindelijk tot in Gent te raken.
Maar ik moest tegen 's middags terug thuis zijn, dus op het laatste moment heb ik mijn plannen nog moeten
omgooien. Het werd een lus naar Dendermonde, dan de Schelde, en via Lippelo terug naar huis.
Ik had de route als .GPX-file aangemaakt, wat aangepast, enkele bochten afgesneden, en dan in mijn
fiets-GPS gestoken en ook nog in de smartphone. Op die manier kreeg ik aanwijzingen via de oortjes, en
als het te complex was, kon ik er het scherm van de fiets-GPS even bijhalen voor verduidelijking. Geen
enkele keer verloren gereden ;-)
Langs de spoorlijn Mechelen-Gent raak je tot in Baasrode. Het fietspad is niet altijd aangeduid op
de kaarten, maar het gaat dus probleemloos. Dan door een industrieterrein, waar ik bijna van mijn sokken
werd gereden door een auto. En ik zweer je, op de fiets ben ik met mijn lampen en fluohelm en kledij écht
opvallend. Gelukkig werken mijn remmen prima.
In Dendermonde moet ik met de trappen naar beneden tot aan de Schelde. En dan kan het genieten beginnen.
Gelukkig is het maandag, dus er zijn geen fietskaravanen.
Het werd weer een schitterende fietstocht van 52 km. 's Ochtends nog wat vrieskou, maar da's totaal geen
probleem. Ik heb nog heel veel fietsplannen voor de volgende weken en maanden. En jaren.
(13 februari 2015)
Ik kreeg een interessante fietslamp in bruikleen om te testen: de
BLAZE Laserlight.
Het gaat om een dure lamp (160 euro) die niet alleen een massa wit licht produceert (30, 100 of 300 lumen), maar die ook een
groene laser aan boord heeft. Hiermee wordt een (al dan niet knipperend) fietssymbool op de weg geprojecteerd.
Op die manier wordt je komst als fietser aangekondigd en verklein je het risico op dode hoek-ongelukken.
De laser werkt enkel bij bevestiging op het stuur.
Ik heb de voorbije nachten uitgebreid mijn licht laten schijnen op dit systeem. Het groene laserfiets-symbool
is inderdaad opvallend.
Vooral wandelaars en joggers zagen me tijdig aankomen. Maar de flikkerende versie van de
laserfiets gaat snel op je zenuwen werken en is in de praktijk niet bruikbaar. Je kan mijns inziens
de laser dus beter constant laten branden. Dat gaat dan wel ten koste van de batterijduur.
Gelukkig gaat de batterij vrij lang mee. Ik haalde (met gemengd gebruik) een tiental uur.
Op het einde schakelt de batterij geleidelijk over op minder
energieverslindende modi. Je hebt dus zeker nog een uur de tijd eer je helemaal zonder strooom zit.
Het systeem is helemaal waterdicht en laadt op met een speciale magnetische USB-connector. Heel makkelijk om
op te laden, maar je moet die specifieke connector wel bij hebben. Al mijn andere lampen (yep, ik heb er wel
een paar...) hebben een microUSB-aansluiting. Ik heb nog nooit problemen gehad met insijpelend water.
De lamp is groot en vrij zwaar (182 gram voor de lamp en 46 gram voor de houder op het stuur) maar het bevestigingssysteem op de fiets
werkt feilloos. Het is een verlichtingssysteem dat je nooit in het duister zal laten, zelfs niet op donkere
jaagpaden. De groene laser is een interessante extra. Enkel jammer van de hoge prijs.
Er bestaan lampen (zonder laser) die meer lumen opbrengen, minder wegen en goedkoper zijn.
Uiteindelijk is een goede fietsverlichting van levensbelang.
Overigens: niet alleen goede verlichting is noodzakelijk. Ook een fietshelm kan veel leed voorkomen.
Ik knalde vanavond met mijn helm plots tegen enkele takken die (te) laag over het fietspad hingen.
(8 februari 2015)
De periode met nachtelijke vrieskou en bevroren fietspaden is voorbij. Vandaag heb ik met veel plezier
een extra fietstochtje gemaakt naar het Zennegat.
Want ik heb mijn nieuwe fiets. Het is (zoals mijn vorige fietsen) een gewone stadsfiets met
naafversnellingen (8) en anti-lekbanden. Bolt zalig, zelfs met naafdynamo. Op termijn wil ik
er een omvormer op aansluiten zodat ik mijn eigen elektriciteit kan opwekken voor de
smartphone en mijn extra fietslampen.
Tijdens een fietstocht kan ik dan zeggen dat ik mijn batterijen aan het opladen ben.
Overigens is de omgeving van het Zennegat (samenvloeiing van Dijle, Zenne en kanaal Mechelen-Leuven)
prachtig om te fietsen. In de buurt heb je ook magistrale fietsbruggen over de Dijle en de Rupel.
(3 februari 2015)
Ondertussen ben ik fietsgewijs weer helemaal de oude. Alle pijntjes zijn verdwenen of herleid tot
de "gewone" slijtage die een mens van 56 ondervindt.
De winter is niet echt koud, maar wel knap vervelend. Want in
december 2014
en
januari 2015 is er veel
neerslag gevallen. De wegen liggen er dus nat bij, ook al omdat er in de wintermaanden niet zoveel
verdamping is. En dan is het kleinste beetje vrieskou voldoende om de fiets- en voetpaden spiegelglad
te maken.
Veel collega-fietsers zijn de voorbije maand dus onderuit gegaan. Soms met kwetsuren: een gebroken teen,
een gekneusde heup, enkele tanden kwijt, een gebroken rib, een gebroken vinger, ... allemaal fijne
fietsers die onzacht in aanraking zijn gekomen met de bevroren bodem. Sterkte aan iedereen!
Ik ben de voorbije dagen dus erg voorzichtig geweest. Tweemaal heb ik mijn fiets thuis gelaten omdat
het té glad was.
Gisterenavond was ik op de kick-off van de
1000 km van Kom op tegen Kanker.
Van 14 tot 17 mei 2015 rijden meer dan 500 teams dagelijks 250 km voor het goede doel.
Ditmaal zijn de meters en peters
An Swartenbroekx, Tina Maerevoet, Jelle Cleymans en Tomas Van Den Spiegel.
Respect!
(20 januari 2015)
Zoals verwacht was ik de dag na mijn "ijselijke" val de dag daarna erg stijf. Vooral stappen en trappen doen
was moeilijk. Maar ondertussen gaat het alle dagen beter en beter.
En dus ben ik vandaag naar de bakker gefietst. Met een serieuze omweg. En het was plezant.
(17 januari 2015)
Ik had er gisterenavond in het weerbericht zelf nog uitgebreid voor gewaarschuwd... Vanochtend in alle vroegte
ben ik onder een parelende vrieshemel onderuitgegaan met de fiets.
Op zaterdagochtend sta ik op rond vijf uur 's ochtends, om op tijd op het Radio 2-programma "De weekwatchers" te zijn.
De lichte vrieskou is geen probleem: je kan je daar perfect op kleden.
Langs het jaagpad van de Leuvense vaart (Leuven-Dijle) is het heerlijk fietsen. Weliswaar pikdonker, maar met goede fietsverlichting
is ook dat perfect te verhelpen. Enkele kilometer voor Kampenhout kom ik heel even uit het zadel om wat op de trappers te lopen. En
dat had ik niet mogen doen.
Het volgende moment klapt de fiets onder mij weg en smak ik met mijn volle rechterzij tegen de grond.
Gelukkig is de Leuvense vaart aan de andere kant.
En daar lig je dan. Prachtige sterrenhemel, dat wel.
In een eerste reflex wil je niet aanvaarden dat het onvermijdelijke gebeurd is, dat een ijsplek je heeft gevloerd. Maar zo languit blijven liggen
op een bevoren jaagpad om 6.45 uur is toch ook niet ideaal. Dus toch maar even controleren of het lijf nog heel is, en dan voorzichtig
proberen recht te krabbelen, fiets te nemen
en fluitend verder te rijden alsof er niks gebeurd is.
Maar zo makkelijk gaat het niet. De plek blijkt echt spiegelglad, en mijn fietswiel draait door op het ijs. Net niet opnieuw gevallen... en dan
dus maar heel, heel voorzichtig vertrekken. Met de daver op het lijf natuurlijk.
Mijn jas is gescheurd. Mijn rechterdij voelt erg pijnlijk aan. Maar ik heb geen keuze: Leuven wacht.
Na drie kwartier fietsen op kousevoeten beland ik zonder verdere kleerscheuren in de radiostudio's.
Waar de collega's mij ongelooflijk goed opvangen en soigneren.
Zelfs de rit van Leuven naar Brussel is het nog heel voorzichtig rijden over verraderlijke ijsplekken. Af en toe lijkt mijn wiel
weg te schuiven over een oneffenheid.
Ik vermoed dat ik de volgende dagen erg stijf zal zijn. Waarschijnlijk (hopelijk) blijft het bij wat oppervlakkige kneuzingen en
gigantische blauwe plekken.
NASCHRIFT: heel veel mensen stuurden me "snel-beter-worden"-berichten. Hartelijk dank, dat doet deugd.
(15 januari 2015)
Aangezien ik twee linkerhanden heb, en een heel goede fietsenmaker, was de fiets vanochtend al
klaar. Met antilek-banden. Van vorige fietsen weet ik dat dat een enorm verschil is.
De fietswinkel opende om 8 uur, dus tussen de radioweerberichten door ging het net om de fiets te gaan halen.
Maar drie kilometer naar huis fietsen bleek makkelijker gezegd dan gedaan. Zoveel wind! Zelfs in de kleinste
versnelling was het zwoegen. Erg moeilijk om niet in het decor in te rijden.
Met heel veel spijt heb ik dus beslist om vandaag niet met de fiets naar het werk te gaan:
het was té gevaarlijk.
De hele dag heb ik dus wroeging gehad. Zonder al die fietskilometers voelt een mens zich echt heel slecht.
Morgen is er minder wind. En vliegen we er weer in!
(14 januari 2015)
Sinds enkele weken rij ik met de fiets van mijn vrouw. Mijn nieuwe fiets is besteld maar
nog niet meteen leverbaar.
Zo'n damesfiets is toch wel wennen. Bij het stilstaan moet je de fiets blijven vasthouden.
Afgelopen zondag moest ik voor Ketnet naar de studios in Lint. En natuurlijk vergat ik dat ik een damesfiets
bestuurde. En dus knalde een pedaal keihard tegen mijn been. Pijnlijk.
Vandaag opnieuw een lekke band, net halverwege mijn rit naar het werk. Daar sta je dan... het is
té ver om te voet verder te gaan. Het is té ver om te voet terug te keren. Gelukkig kan ik naar huis
bellen en komt mijn vrouw me ophalen. Ik ben nog net op tijd voor 'De madammen' van Radio 2.
(7 januari 2015)
Via Twitter had ik gevraagd welke Android-apps er bestonden voor fietsers. Meerbepaald was ik op zoek naar een app
waar ik off-line kaarten kan raadplegen, via GPS mijn positie kan volgen en GPX-tracks kan rijden, mét stem-navigatie.
En dat bestaat dus. En nog wel gratis. Vandaag heb ik geëxperimenteerd met de app
Osmand. En blijkt alles te doen
wat ik had gevraagd.
Natuurlijk is het een beetje wennen. "Right on" en "To the right" klinkt een beetje hetzelfde, maar dat is het dus niet.
In elk geval, als je afwijkt van de GPX-track, helpt hij je terug op weg.
De app kan erg veel en het duurt dus even eer je alles een beetje onder de knie hebt. Maar het loont echt de moeite, vind ik.
Ik was erg geïnteresseerd in het batterijverbruik. Want daar wringt dikwijls het schoentje: als je constant je GPS
aanzet, is die batterij snel leeg. En wat blijkt? Na anderhalf uur GPS (en ondertussen ook nog muziek van een microSD-kaartje op de achtergrond)
ben ik 7% van mijn batterijvermogen kwijt. Ik heb een G7 van Huawei.
Dat wil zeggen dat ik met een volle smartphone dus een hele fietsdag toekom. Dit is goed nieuws. Leve
de technologie.
Tijdens de middag probeer ik nog een Nederlandstalige stem toe te voegen aan de app. Dat resulteert 's avonds bij
het naar huis fietsen in een heel grappige Nederlands klinkende dame die een soort oer-Duits brabbelt. Ik heb
veiligheidshalve dus maar opnieuw voor de Engelse stem gekozen - 't is tenslotte een kwestie van wennen.
Mijn terugtocht verloopt ietwat anders als de tocht naar VRT. De app is even de kluts kwijt en meldt me twee
kaar dat ik 350 meter van de route ben afgedwaald. Enfin, uiteindelijk kom ik terug op de GPX-track, en de
app pikt dat perfect op en leidt me verder naar huis.
Thuisgekomen stel ik met plezier vast dat de batterij van mijn smartphone nog altijd op 74% staat. Na drie uur
fietsen (met GPS) en muziek beluisteren en tijdens de middag nog een halfuurtje internetten via wifi. Mooi!
Bedankt aan iedereen die me heeft geholpen.
(1 januari 2015)
Het weer ziet er vanochtend schitterend uit voor mijn fietstocht naar het werk. Een mens wil
er meteen invliegen, uit schrik dat zijn spieren binnen de kortste keren gaan verstrammen en verslappen.
Vorig jaar meer dan 10.000 fietskilometer, dus ik kan er maar beter meteen aan beginnen.
En dus wil je (weerman of niet) de rijmplekken niet zien op het moment dat je vertrekt. Je vergeet je
gebroken elleboog van 2013
en begint gezwind de fietsmolen rond te draaien. Na enkele minuten stel je
vast dat die rijmplekken toch wel verraderlijk zijn. En dat het er veel zijn - wat zeg ik, de hele weg is één witte
spiegel. Gevaarlijk.
Ik ben vanochtend dus heel, heel voorzichtig naar VRT gefietst. Uitbollen voor alle bochten, niet remmen, en heel
alert blijven. Eén geluk: er was veel tegenwind, dus snel fietsen zat er sowieso niet in. Ik fiets trouwens
op een gewone stadsfiets.
's Avonds wind in de rug, geen rijmplekken meer en dus naar huis gevlogen. Gelukkig nieuwjaar!