(30 december 2016)
Ik ben de voorbije weken en maanden ijverig blijven fietsen. Meer zelfs, er ging geen dag voorbij of ik moest en zou mijn kilometers afmalen.
Het resultaat is spectaculair: dit jaar fietste ik meer dan 13.000 km, een absoluut record. Ik zag Vlissingen, Monschau, Aalst, Peutie en
Zwevezele. Mijn groot fietstotaal is ondertussen al meer dan 100.000 km.
Geen enkele file gehad. Alle dagen honger als een paard.;-)
Gisteren en vandaag was het 's ochtends behoorlijk koud. Gisteren maakte ik de fout om me te warm te kleden. Resultaat: zweten tot en met,
terwijl je jas aan de buitenkant wit ziet door de aanvriezende mist. Niet prettig.
Vandaag ben ik naar het werk vertrokken met veel minder warme kleren. De eerste vijf kilometer voelt het wat koud aan, maar daarna is het genieten.
Perfect vriesweer. Rijm en rijp hebben het landschap bovendien omgetoverd: elk grassprietje, elke tak, elke boom is een wit kunstwerk geworden.
De voorbije weken heb ik geëxperimenteerd met electrische handschoenen, maar dat bleek geen succes. De kleine handverwarmers die warmte
produceren door een chemische reactie met de lucht, zijn mijns inziens veel doeltreffender.
(30 oktober 2016)
Met veel plezier heb ik meegewerkt aan de uitzending van "Kijk uit". Gezien worden in het verkeer is levensbelangrijk.
(29 september 2016)
De laatste jaren zijn er veel fietsinitiatieven die mensen willen aanmoedigen om op een andere manier om te gaan met mobiliteit. Zelf ben ik al
jaar en dag een actief fietser met een groot aantal kilometer op de teller. Fietsen is zalig: goed voor het milieu, voor je gezondheid, voor je portemonnee.
Nu is het in het dagelijks verkeer voor de fietser niet altijd zo rooskleurig. Toegegeven, veel fietsers zoeken het zelf: geen fluohesje,
onvoldoende of zelfs geen fietsverlichting, negeren van stoplichten, geen fietshelm... Maar dikwijls worden we gewoon aan de kant geschoven.
Soms zelfs letterlijk.
Op het kruispunt van de Woluwelaan en de Luchthavenlaan in Vilvoorde (waar "de vuist" staat) heeft men onlangs wat extra verkeersborden geplaatst.
En dat zorgt voor problemen.
Vroeger moest je al fietser voorrang verlenen op het moment dat je de rotonde opreed, en daarna bleef je voorrang hebben, zolang je op de rotonde bleef.
De verkeersborden en haaientanden waren duidelijk.
Nu is de situatie uiterst verwarrend. Soms moet iedereen blijkbaar voorrang verlenen aan iedereen (zie foto). Een paar meter verderop wint
koning auto. En bij een volgende afslag van de rotonde blijkt de fietser dan weer de winnaar te zijn.
Pure verkeersborden-chaos is het.
Als Vilvoorde zware ongelukken wil vermijden, moet "de vuist" voor fietsers en automobilisten juist en consequent worden ingericht.
Al vrees ik dat dat zal betekenen dat er nog een rotonde bijkomt waar fietsers als minderwaardige weggebruikers worden behandeld.
(10 september 2016)
Een mens moet natuurlijk ook werken. In mijn vrije tijd heb ik gefietst, maar een update van deze pagina liet even op zich
wachten. Fietsen is nu eenmaal prettiger dan verslagen neertikken.
De voorbije weken maakte ik twee grote tochten. Op 29 augustus fietste ik naar mijn dochter en schoonzoon in Ardooie. Ik koos voor een
avontuurlijke weg, langs rivieren en kanalen, en langs prachtige steden. De kasseien en de hellingen kreeg ik er gratis bij. Benieuwd
of ik met mijn stadsfiets de Vlaamse Ardennen zou aankunnen.
Via de Leirekensroute ging het naar de Dender: een heerlijk meanderende rivier met een perfect fietspad. Van alle Vlaamse rivieren
is dit voor de fietser misschien wel de mooiste. Zeker bij schitterend laat zomerweer ;-)
In Ninove verliet ik de Dender en ging ik op weg naar Zottegem. Voor echte wielerliefhebbers met koersfietsen zijn de hellingen misschien een lachtertje.
Maar niet voor mij. Met mijn zware stadfiets en marathonbanden is het bergop veel harder trappen. En dus had ik wel wat schrik van alle klimmetjes.
Gelukkig wist ik van mijn Vennbahn-avontuur (zie hieronder 23 augustus 2016) dat al mijn fietstochten me sterker hebben gemaakt. Dat bleek inderdaad
het geval te zijn. Ik kan de Vlaamse Ardennen (een beetje) aan!
Zottegem: een prachtig stadje met een gezellige Grote Markt, waar ik een koffietje dronk en de wekelijkse markt gadesloeg. Daarna vertrok ik
naar Oudenaarde. Keikoppige kasseien joegen me de daver op het lijf. Maar dan was er de heerlijke Zwalmstreek.
Oudenaarde kende ik al van vroeger. Toch blijft het stadhuis me de ogen uitsteken: een juweeltje. Vervolgens ging het terug bergop naar
Wortegem. Ik kwam op een plateau terecht met werkelijk uitmuntende vergezichten.
In Waregem was er veel volk. Heel veel volk. Wat bleek? Het was Waregem Koerse. De hele streek liep dus rond in het centrum van Waregem: de beste
kleren, kleurijke hoeden, mooie vrouwen, alcohol, kermis, kortom: een gevaarlijke plek voor een weerman;-)
Ik drukte mijn fietshelm wat meer naar voren,
maakte me zo klein mogelijk, vermeed oogcontact en baande me te voet een weg door de mensenmassa. Spannend!
Uiteindelijk was ik nog vrij snel in Ardooie. Daar lekker gegeten, bijgepraat, de batterij van mijn fiets-GPS wat opgeladen, en dan met de fiets naar Tielt.
Na twee kilometer gaf mijn fiets-GPS er de brui aan. Ik weet ondertussen hoe het komt: niet alle USB-kabeltjes zijn blijkbaar dezelfde. En ik had dus
een fout kabeltje mee: alles paste perfect, maar het resultaat was noppes.
Dan maar via de hoofdwegen naar Tielt geknald. Daar was ik ruim op tijd voor de trein naar Gent en vervolgens naar Londerzeel. In totaal 137 km fietsplezier.
De tweede grote fietstocht stond al lang op mijn verlanglijstje: Vlissingen. Op 6 september 2016 vertrok ik om 5.30 uur. Buiten nog donker. Net iets meer wolken
dan ik had verwacht. Maar gelukkig weinig wind en dus ideaal om de Zeeschelde te bedwingen.
In Antwerpen loopt er een prima fietspad langs de Schelde. Heel veel wielrenners op de weg, waarschijnlijk op weg naar hun werk in de Antwerpse haven.
Prachtige vergezichten wisselen af met heel veel industriële bedrijvigheid en affakkel-installaties. Daar ligt Doel!
Ik vorder snel. Op een bepaald moment verlaat ik de havenweg. De fabrieken verdwijnen. Ik fiets eenzaam langs een enorme rivier. Heel veel vogels. En schepen:
grote, kleine, kleurrijke, rappe, grappige... ik kom ogen te kort. Bij de bocht van Bath overschouw ik het landschap, met o.a. het Verdronken Land van Saeftinghe.
Qua fietspad heb je bijna altijd de keuze: ofwel fiets je vlak naast de Schelde en neem je de wind er bij, ofwel fiets je enigszins beschut achter de dijk.
Nabij Hansweert begint het wat te miezeren. Tien minuten lang moet de regenkledij aan - er wordt even binnensmonds gevloekt. Maar daarna blijft het
droog. Ik passeer Goes. In Lewedorp doet het café-pension "De goede verwachting" me glimlachen. Maar er moeten nog wat kilometers worden afgemalen.
En dan arriveer ik in Middelburg. Super. Lange Jan (dé toren van Zeeland) is al van ver zichtbaar. Maar vooral het stadhuis van Middelburg raakt me.
Dit is gebouwd door de familie Keldermans: dezelfde mensen die ook de Sint-Romboutstoren in Mechelen hebben rechtgezet. Ik ben een geboren Mechelaar, dus dit is
even thuiskomen.
Ik volg het Kanaal door Walcheren en kom in Vlissingen. Drie kwartier wachten en ik stap het veer op naar Breskens. Voor 4,1 euro steek ik de monding van
de Schelde over. Hier heb ik lang naar verlangd. En nu gebeurt het. Ongelooflijk.
De weg van Breskens naar Knokke is een waar fietsparadijs. Je kiest continu hoeveel zee, duinen of binnenland je wil zien. Bij Cadzand besluit ik om naar Zeebrugge
te fietsen. Ik verlaat mijn GPS-pad (dat ik via
brouter.de had geprogrammeerd) en begin wat rond te dolen.
Dat had ik niet mogen doen: er zijn werken aan de gang en ik verdwaal meer en meer in het binnenland. Niet dat dat erg is: mooie landschappen, kanalen, bossen,...
maar ik moet wel op tijd mijn trein halen.
In Dudzele volg ik de wegwijzers naar Lissewege. Nog tien minuten om de trein naar Londerzeel te nemen. Ik probeer mijn ticket via GSM te bestellen,
maar dat lukt niet. Omdat ik een hele tijd in Nederland heb gefietst, is de smartphone even de kluts kwijt. Enfin, geen probleem: je kan ook een ticket
aan de automaat bestellen. Maar in de wirwar van tarieven vind ik niet het juiste ticket. Resultaat: de trein rijdt voor mijn neus voorbij.
En dus is het nog een uur wachten op de volgende trein. Maar niet getreurd. Er wonen goede vrienden in Lissewege, en die krijgen dus een verrassingsbezoek.
Megatof.
Uiteindelijk ben ik thuis rond 21.30 uur. Met 169 km op de fietsteller. Een record. En met het juiste USB-kabeltje: mijn fiets-GPS heeft de hele rit
perfect gewerkt.
(23 augustus 2016)
Verschillende mensen hadden me al verteld over de
Vennbahn: een oude spoorlijn tussen Aken (Duitsland) en Troisvierges (Groothertogdom Luxemburg)
die met Europese steun is omgevormd tot een schitterend fietspad van 125 km.
Omdat treinen geen zware hellingen aankunnen, werd de Vennbahn dus een lichtlopende route die dwars door de venen slingert op een hoogte tussen 150 en 560 meter.
De Vennbahn doorkruist de Oostkantons. Het is een gebied dat ik nauwelijks ken. Tijd dus voor een fietstocht!
Maar ... mijn tijd is beperkt. En dus heb ik er een snelle tweedaagse van gemaakt. Op maandag 22 augustus ben ik na de radio-weerberichten met de fiets
vertrokken naar Londerzeel. Dan de fiets op de trein naar Leuven, vervolgens naar Luik en dan de trein tot Gouvy. De laatste treinrit is al een belevenis op
zich: de spoorlijn volgt de Ourthe, vervolgens de Amblève en tenslotte de Salm. Prachtig.
In Gouvy spring ik eerst het plaatselijke warenhuis binnen voor water en mondvoorraad. En dan volg ik een route die ik met
brouter.de heb uitgestippeld.
En ja, er zijn dus hellingen. Soms stukjes van 10% en dat ben ik niet gewoon. In tegenstelling tot
wat sommige mensen denken, ben ik geen "sterke" fietser die hellingen spelenderwijs opvliegt.
Maar het lukt! In de kleinste versnelling (naafversnelling met 8 versnellingen) raak ik altijd boven. En dan word je beloond met werkelijk sublieme
landschappen. Om vervolgens met een rotvaart naar beneden te sjezen, op weg naar de volgende helling.
Via mail heb ik een kamer geboekt in hotel "Les Timandines" in Troisvierges. Een aanrader. Ik drop wat spullen in het hotel en besluit door te fietsen
naar Clervaux. Opnieuw pittige hellingen... en in één afdaling gaat het zo snel dat mijn ogen helemaal beginnen te tranen en alles wazig wordt. Remmen dus!
Clervaux is een prachtig stadje met een monumentale kerk, autovrije straatjes en lekkere pannekoeken. Je kan hier natuurlijk ook avondeten, maar ik moet
nog hellingen overwinnen op de terugweg naar Troisvierges.
Dus lunch ik in mijn hotel in Troisvierges. Met een lekker biertje. En daarna snel naar bed, want morgen is het vroeg dag. Collega Sabine neemt de
radio-ochtendweerberichten van me over, dus ik kan al vanaf 's ochtends op pad.
Het begin van de Vennbahn is meteen pittig, want je krijgt een 10%-stukje in de wielen gegooid. De eerste 20 kilometer blijft het goed op en neer gaan.
Ik fiets moederziel alleen door de meest sublieme landschappen.
Ruim 90% van de Vennbahn is ondertussen geasfalteerd. Alles is mooi aangeduid. Grote borden geven een heleboel info over de regio die je doorkruist. Overal staan zitbanken.
Zwerfvuil ben ik niet tegengekomen, alles is werkelijk piccobello in orde.
Het is dus genieten in het kwadraat. Achter elke bocht doemt weer een nieuw landschap op. Na de steile start valt het "vals plat" heel goed mee. In Auel
gaat het over een prachtige fietsbrug. Ik passeer Burg-Reuland met zijn indrukwekkende burchtruïne. Een tunnel in Lommersweiler, het Von-Korff-Viadukt in Born, ...
Via Twitter kom ik te weten dat weerfotograaf Hubert Savelberg zich ook op de route bevindt. Ik begin dus al mijn tegenliggers te groeten. Het zijn er
veel, want blijkbaar doet iedereen de Vennbahn van Aken naar Troisvierges. Net voor Sankt-Vith kom ik Hubert tegen.
Stilaan begin ik honger te krijgen. Ik had me voorgenomen om "ergens onderweg" even te stoppen en iets te eten. Maar ja... de eerste restaurants
komen te vroeg en zien er te chique uit voor een bezwete fietser. Dan een plek waar je wafels kan eten. Wafels? 's Middags? Niet dus. Verder rijden dus.
En dan... is er niets meer en fiets ik door de Hoge Venen met een rammelende maag. Uiteindelijk doemt een wegwijzer naar Monschau op. Drie kilometer
afwijken van mijn route? Neenee, doorrijden dan maar. Grrrrom doet mijn maag. Dit is niet goed.
Uiteindelijk vind ik in Konzen een frietkot dat mij uit mijn lijden kan verlossen. Met curryworst en mayonnaise. Ik heb mijn les geleerd: 's ochtends
eerst mondvoorraad voorzien voor de hele dag, ook al betekent dat dat je pas later de tocht kan aanvangen.
Opvallend: in België moet je bij elk kruispunt stoppen en voorrang verlenen aan de dwarsende baan. Zelfs al is het een flutwegje.
Niet zo in Duitsland: daar heeft de Vennbahn voorrang op kleine dwarswegen. Dat hebben die Duitsers toch maar mooi opgelost. Leve de fiets.
En ondertussen maal ik de kilometers af. Ik passeer Roetgen, de "toegangspoort tot de Eifel", door het bos in het Duits-Belgische grensgebied.
En dan duikt er een ander probleem op. De batterij van mijn fiets-GPS raakt leeg. Geen nood, want ik heb een powerbank. Maar die moet je dan wel
tijdig aansluiten. Dat doe ik niet, en dus geeft het ding de geest. Herstarten aan de powerbank lukt niet.
De Vennbahn is wel heel goed bewegwijzerd. Maar in Raeren wil ik de route verlaten om naar Eupen te fietsen, alwaar ik met de trein naar huis kan.
Gelukkig heb ik de route ook opgeslagen in mijn GSM. De pittige afdaling van Raeren naar Eupen doe ik dus met dank aan mijn smartphone.
Eupen is een mooi maar druk stadje waar koning auto nog altijd heer en meester is. In het plaatselijk warenhuis koop ik voedsel voor de avond.
En dan is er een lange treinreis naar huis.
Ik heb al veel schitterende fietstochten gedaan. En dit keer waren de weergoden me wel heel gunstig gezind. Maar toch heb ik de indruk dat de Vennbahn
de mooiste ooit was.
En mijn fiets-GPS is ondertussen opnieuw gezond en wel.
(12 augustus 2016)
Het is in alle opzichten een speciale zomervakantie. Door omstandigheden zat er dit keer geen vierdaagse vakantie in.
Ik moet het voorlopig dus hebben van snel voorbereide eendagstrips (en het gewone woon-werkverkeer met de fiets natuurlijk).
Gelukkig zijn er
fietsnet.be en brouter.de,
waarmee je op één twee drie een heerlijke fietsroute kan uitstippelen.
Ik heb me opnieuw door het weer - en vooral dan door de wind laten leiden. Op 8 augustus voerde een strakke zuidwesten- tot westenwind me
naar Averbode en dan verder naar mijn schoonouders in Hamont-Achel. Vandaag volgde ik de Schelde vanaf Doornik.
Door de rugwind lijkt het wel alsof ik een elektrische fiets heb. Voor het traject tegen de wind in zet ik mijn fiets op de trein.
In de stations is het even sjouwen op al die trappen met mijn zware stadsfiets. Maar de treinritten zelf zijn altijd leuk. Soms kom je
andere collega's-fietsers tegen en dat is altijd een tof gesprek.
De route naar Averbode was erg gevarieerd: fietspaden tot Mechelen, dan een stukje Leuvense vaart. Via Muizen fietste ik naar de Dijle. En
daarna kwamen er bossen, veel bossen.
Averbode zelf heeft een pittige helling op een goed fietspad. Maar langs de andere kant naar beneden was net iets minder: geen fietspad, maar een
zanderige weg met grote kuilen. Je laat je als een steen naar beneden vallen. En dan zijn die putten nogal pijnlijk.
In Tessenderlo genoot ik van de prachtige Rodenberg. Vervolgens ging het langs prachtige terrils in Beringen en dan dwars door
het militair domein van Leopoldsburg. Dat is echt een prachtig stuk natuur, alleen voor wandelaars en fietsers. Limburg maakt
veel reclame als fietsparadijs. Terecht. Het aantal sublieme fietspaden met 100% vakantiegevoel is er echt niet te tellen.
Ook vandaag was er een zuidwesten- tot westenwind. Ik ben 's ochtends naar Brussel-Noord gefietst. Net op tijd voor een relatief vroege
trein naar Doornik.
Ik was dus nog nooit in Doornik geweest... schande. Het is een aangename stad met prachtige gebouwen. Ik verwachtte erg veel van de
Romaans-Gotische Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, maar jammer genoeg stond die wat in de steigers. Het Belfort en de Grote Markt waren top,
de Pont des Trous wondermooi. In Doornik is het wel dokkeren op de kasseien.
Geniet mee van de tocht. In totaal 141 km puur fietsplezier.
(18 juli 2016)
De eerste helft van de weerkundige zomer was niet echt een hoogvlieger. Maar nu zijn de kaarten helemaal opgeklaard. Tijd voor een nieuwe fietstocht.
Na de ochtendweerberichten op Radio 1 en MNM vertrek ik om 8.45 uur vanuit Wolvertem. Mijn eigen fiets staat nog bij de fietsenmaker, dus neem ik
de fiets van mijn vrouw. In mijn fietstas heel veel boterhammen, nog meer drank, en zonnecrème. In mijn oortjes Radio 1, Radio 2 en veel muziek.
Op mijn fietsGPS een snel uitgestippelde route naar Tongeren. Met dank aan
fietsnet.be en brouter.de.
De weg naar Leuven ken ik ondertussen van buiten. Jarenlang reed ik elke zaterdag in alle vroegte langs het kanaal Leuven-Dijle voor het ochtendprogramma
van Radio 2. En dus is het tijd voor een alternatief.
Ik fiets langs Eppegem en Kampenhout. Soms binnendoor langs wondermooie wegeltjes. Dan weer op goede fietspaden. Ik neem de fietstunnel onder de snelweg,
passeer langs het imposante Rubenskasteel. In de bossen van Veltem-Beisem fluiten de vogels dat ik mijn oortjes moet uitdoen. Ik gehoorzaam. Natuurlijk.
Wow.
Daar is de fietsostrade al, een "snelweg" voor fietsers tussen Zaventem en Leuven. Ik realiseer me dat er op de fiets geen bidonhouder zit. De hele trip
zal mijn fietstas dus openstaan, zodat ik niet al te veel tijd verlies als ik stop om te drinken.
In Leuven is het niet echt makkelijk om het juiste pad naar Kessel-Lo te vinden. Blijkt dat de GPX-gegevens die fietsnet.be meegeeft, wat ruwer zijn. Daardoor
mis je in steden sneller een afslag als er geen fietsknooppuntenbordje staat.
Eens Leuven voorbij kan het genieten beginnen. Ik bevind me op onbekend terrein en dat is voor een fietser altijd het leukst. Nieuwe dingen ontdekken.
Onverwachte landschappen die zich openen. Fietspaden die plots wegduiken in veldwegjes. Zalig is het.
Minder zalig: het wordt heuvelig... Ik weet nu waarom men spreekt over Pellenberg. Het is soms behoorlijk op de trappers lopen om boven te raken.
Maar dan word je beloond met een heerlijk uitzicht. No pain, no gain.
Roosbeek en Breisem glijden voorbij. Nooit van gehoord, en helemaal ten onrechte. Ik heb al vele tienduizenden kilometer afgemaald op mijn fiets. En altijd
weer ontdek ik hoe mooi België is. Vakantie in eigen land: goedkoop, goed voor het milieu, goed voor de gezondheid. Maar je moet dan wel voldoende
drinken, en voldoende zonnecrème smeren. Want jawel: ook in België kan de zon soms fel branden.
Vlak voor Tienen hou ik halt bij een kapelletje en een uitnodigende zitbank. Tijd om één brooddoos te verorberen: boterhammen met kaas en pesto, een hardgekookt
ei, en rust.
Ik neem Tienen op een drafje en ontdek Oplinter, Linter, Zoutleeuw, en vooral: prachtige fietspaden. We naderen de provincie Limburg. Hier is
het systeem van de fietsknooppunten uitgevonden. En inderdaad: als fietser word je hier echt wel extra in de watten gelegd. Ik fiets
langs ontelbare boomgaarden. Eet meer peer! En appel!
Sint-Truiden is een mooie stad met een echt wel Grote Markt en een prachtig Belfort. Gezellige winkelstraten ook... maar ik ben niet gekomen
om van de solden te profiteren. Want het is nog 25 km tot Tongeren, en Haspengouw glooit, deint, klimt en daalt langs alle kanten.
In Brustem zie ik de geheimzinnige ruïne van de Torenburcht. En dan volgt de Romeinseweg langs Helshoven, Voort, Bommershoven. Alleen al voor de
namen zou je hier willen passeren! Niet voor de hellingen: er zitten enkele venijnige stukken bij die ik in de kleinste versnelling maar net de baas kan.
In Widooie verschijnt aan de horizon de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek van Tongeren. De oude stad verorber ik als een heerlijk dessertje. Het is zalig
toeven in Tongeren. Cultuur, geschiedenis en natuur vloeien hier samen.
Ik neem de trein naar Brussel-Noord. Dan nog 25 km fietsen en we zijn thuis. 139 km op de teller. Dit smaakt naar nog.
(10 juli 2016)
De voorbije weken was het ongeduldig wachten op een betere zomerdag om nog eens een grote fietstocht te maken. En vandaag was het prijs.
Ik wil tijdens zo'n fietstocht altijd nieuwe plaatsen ontdekken. En genieten. De helft van de tijd heb ik tijdens mijn woon-werkverkeer al tegenwind, dus dat hoeft niet.
En daarom fiets ik tijdens grote fietstochten met de wind mee. Op het eind van de rit ga ik met fiets en al op de trein om terug te keren. Op die manier raak je veel verder.
Vandaag ga ik nog een stapje verder. Ik had gisteren alles al klaargezet: twee fietstassen, boterhammen, 4 liter water. Rit ingeladen in de GPS. En vanochtend dan voor dag en dauw
vertrokken met de fiets naar het station van Mechelen. Na één kilometer realiseer ik me dat ik mijn twee brooddozen ben vergeten. Maar zonder voedsel lukt het niet.
Dus terug naar huis om de dozen om te halen. Maar nu wordt het natuurlijk wel erg krap om mijn trein van 6.34 uur in Mechelen te halen. Geen rustig tochtje van 13 km naar het station dus,
maar vlammen op de pedalen om de trein niet te missen. En het lukt. Om 6.24 uur sta ik op het perron.
De trein naar Charleroi is comfortabel, met een lage instap en een compartiment voor fietsers. Op de trein bereid ik het weerbericht van 8.30 uur voor Radio 1 voor (leve de smartphone).
Om 7.57 uur arriveer ik in Charleroi-Sud. Het avontuur kan beginnen. Vandaag wil ik de Samber volgen tot in Namen en daarna de Maas tot in Luik. Er staat een matige zuidwestenwind dus
dat is mooi meegenomen;-)
In Charleroi is het erg moeilijk om de RAVeL-route te vinden. Ondanks het voorbereidende werk op brouter.de
verliest de fiets-GPS de weg in de wirwar van bruggen en kleine steegjes. Ik zie de Samber wel, maar ik zit op een verkeerde weg-verdieping.
Uiteindelijk forceer ik zelf dan maar een doorbraak en kan het genieten beginnen.
Ik fiets langs mijnterrils in een mooie natuur, maar er is ook veel industrie natuurlijk. En industiële archeologie, want sommige fabrieken zijn helemaal vervallen.
De Samber meandert traag. De kwaliteit van het jaagpad is niet optimaal. Als een automobilist zo'n weg zou moeten trotseren, was het kot te klein... maar voor
fietsers wordt er niet op een putje gekeken.
Vlak voor Namen moet ik over een sluis, best spannend. Vervolgens verandert het betonpad in kasseien, maar dat kan de pret niet drukken: het is een grandioze intrede in Namen.
Bij de samenvloeiing van Samber en Maas neem ik een lunchpauze. Het is 11 uur en de zon begint er goed door te komen. Dringend tijd dus om de zonnecrème boven te halen.
Vanaf Namen wordt de RAVeL-route vrij goed aangeduid. Enfin, het is in principe niet moeilijk natuurlijk: volg de rivier. Maar in de steden is het altijd wat zoeken: links of rechts
van de rivier? Dat is niet altijd duidelijk.
Tussen Namen en Hoei is het heerlijk fietsen. Het jaagpad is meestal van veel betere kwaliteit als dat van de Samber. Geregeld zijn er bossen die schaduw en koelte brengen.
En vooral: wat een schitterende panorama's. Echt indrukwekkend. Voeg daarbij een heerlijke rugwind en je krijgt vleugels. Vakantie in eigen land, zalig.
Wat ook opvalt: fietsers en wandelaars zijn hier veel vriendelijker voor mekaar. Veel mensen zeggen mekaar goeiedag.
Hoei is een mooi stadje dat overpowered wordt door de kerncentrale van Tihange. Opnieuw raak ik de RAVeL-route kwijt, en na wat omzwervingen sta ik zowaar op het terrein van
de kerncentrale. Een vriendelijke bewakingsagent vertelt me dat er werken zijn aan de RAVeL-route, en dat ik de grote weg moet nemen. Gelukkig is er een fietspad.
Na enkele kilometer duiken de Maas en het jaagpad weer op. De Maas is hier een stuk breder, de rotspartijen minder impressionant. De zuidwestenwind duwt me even naar 34 km/h. Ter
hoogte van Engis ga ik de Maas over en duik ik het binnenland in. Bedoeling is om de spoorweg zoveel mogelijk te volgen tot in Luik.
Dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan. Ik krijg enkele pittoreske wegen onder de wielen geschoven. Ter hoogte van Flémalle-Haute stopt de grintweg. O nee, er is een heel
klein graspaadje vlak langs de spoorweg, met netels en doornen. Niks aan te doen: ik haal de betere veldrijder in mij naar boven en stort me in het avontuur. Gelukkig heb
ik marathon-banden die niet lek gaan. En na een tijdje kom ik wandelaars tegen: er is dus licht aan het einde van de tunnel;-)
Via Jemeppe en Tilleur arriveer ik om 15.45 uur in Luik-Guillemins. Fiets op de trein, via Leuven naar Mechelen en dan nog 13 km tegen de wind in. Twee kilometer voor de aankomst
krijg ik nog een flauwte: niet voldoende gegeten. Snel dus nog twee boterhammen en een hardgekookt eitje. Om 18.15 uur ben ik thuis. Een fantastische tocht van 146 km.
Héél gelukkig.
EPILOOG: een dag later wil ik even mijn benen losgooien op de fiets. Blijkt dat mijn achterband lek is, langzaam leeggelopen op enkele uren tijd.
(1 juli 2016)
Weer of geen weer... ik heb de voorbije weken en maanden veel op de fiets gezeten.
Veel mensen klagen over het weer en grijpen de slechte weersomstandigheden aan om niet te moeten fietsen. Daarom hou ik nu al
verschillende jaren regenstatistieken bij.
De eerste zes maanden van het jaar fietste ik bijna 6400 km, een record. Het regende 7,4% van de tijd. Ik zat iets meer dan 400 uur op de fiets.
Ik deed van 1 januari tot 30 juni 2016 in totaal 246 fietsritten. Op 43 fietsritten heb ik regenmateriaal (jas, fietsbroek, overschoenen) moeten
aandoen om me tegen de regen te beschermen.
Dus: waar wacht jij nog op om te fietsen? Het is gezond, goedkoop, goed voor het milieu, en heel erg verslavend.
(7 juni 2016)
De voorbije weken waren druk, maar de fietsmicrobe is natuurlijk gebleven. Tijdens het fietsen heb ik tijd om te ontspannen,
om alles los te laten, om te denken en tegelijk ook te genieten van alles wat ik op mijn tochten zie.
Naast het gewone woon-werkverkeer heb ik nog enkele zelfgemaakte fietslussen gereden. Hiervoor gebruik ik de schitterende site
brouter.de
Ronduit prachtig wat die allemaal uit zijn GPX-mouw schudt!
Er is wel wat veranderd aan mijn "hardware"-configuratie. Ik had een houder gekocht waarmee ik mijn smartphone op het fietsstuur kon
klemmen. Op die manier kon ik mijn fietstochten live volgen op de gratis fietskaarten van mijn GPS-app
OsmAnd.
Alleen audio-aanwijzingen ("nog 100 meter en dan links afslaan") volstonden niet: als de hoofdweg afboog en ik moest het kleine zijwegje rechtdoor volgen,
dan zweeg OsmAnd in alle talen, want het was rechtdoor. Terwijl je natuurlijk de neiging hebt om de grote weg te volgen. Resultaat:
weg kwijt. En de app zweeg in alle talen totdat ik de hoofdweg verliet. Dan pas begon ie uitvoerig te vertellen hoever ik was afgeweken van
mijn GPX-traject.
Als je continu de kaarten visueel kan raadplegen, zie je meteen hoe je moet rijden. Vandaar dus de optie om de smartphone op het
stuur te monteren. Qua batterijverbruik viel het enorm mee, dus probleem opgelost. Dacht ik.
Want na enkele zware kasseistroken kletterde mijn GSM plots op de grond. Fietshouder afgebroken. Gelukkig bleef de GSM intact.
Maar ik had mijn les geleerd. Dit was geen goede oplossing.
En dus heb ik me een goedkope fiets-GPS aangeschaft (Teasi One 2). Een prima investering. Kaarten gratis downloaden. GPX-trajecten
importeren. Het geluidssignaal dat weerklinkt bij nadering van een kruispunt, is te stil. Maar ik zie mijn kaarten en dat maakt een
wereld van verschil. Als ik een GPX-route verlaat, begint de Teasi alternatieven te berekenen om terug op de route te geraken.
De GPS staat vast op het stuur, ook na een erg hobbelig parcours. En je kan 'em makkelijk losklikken en opbergen.
Maar dan dook een nieuw probleem op: het batterijverbruik. Ik durf immers heel lange tochten te fietsen. En dan volstaat de autonomie
van 7 uur niet.
Nu bestaan er powerbanks: handige doosjes met extra energie die je via USB kan overtanken. Maar die powerbank moet je natuurlijk
kunnen opbergen. Ik heb gekeken naar stuurtasjes, maar die waren duur. Uiteindelijk heb ik voor 15 euro een dubbel tasje gekocht dat
over de fietsbuis hangt.
En dat werkt perfect. Ik kan nu een heerlijk lange fietstocht maken met altijd kaarten ter beschikking en voldoende jus om het de hele dag
uit te zingen. En de powerbank kan nog gebruikt worden om andere toestellen onderweg op te laden, mocht dat nodig zijn.
Ondertussen staat de fietsteller voor 2016 al een heel stuk boven vijfduizend kilometer. Goed bezig dus. Als het weer nu nog wat stabieler wordt,
kan ik meer grotere ritten gaan fietsen.
(11 april 2016)
Het gewone woon-werkverkeer blijft natuurlijk altijd doorgaan. Ondertussen zit de teller al boven de drieduizend kilometer. Niet slecht bezig dus.
Maar er is natuurlijk niks zo prettig als een extra fietstocht. De voorbije weken heb ik op brouter.de
al heel wat routes uitgezet naar de verschillende windstreken.
De filosofie is altijd dezelfde. Als ik een lus fiets, kan ik maar half zo ver geraken, en heb ik de helft van de tijd tegenwind. Als mijn eindbestemming
een station is, kan ik met wind in de rug een "dubbele" afstand afleggen. Voor de terugreis zet ik mezelf (en mijn fiets) dan op de trein.
Vandaag moest ik (zoals normaal altijd) eerst nog radioweerberichten doen voor Radio 1 en MNM. De matige oostenwind zou in de loop van de dag
ruimen naar het zuidoosten. Best kon ik dus naar Gent rijden, en vervolgens naar Zeebrugge. Maar ik ben nog nooit in Terneuzen geweest... dus
ging het eerst die kant uit. Een mens is soms koppig ;-)
Onder een heerlijke lentezon ben ik om 8.50 uur vertrokken richting Puurs. Rustige wegen (mét fietspad) sturen me langs het fort van Liezele.
Al snel verschijnt Temse langs de Schelde. Die Schelde zal ik in de loop van de dag nog tegenkomen...
Zoals altijd zit de hele route opgeslagen op mijn smartphone.
Een Hollandse stem vertelt me via mijn oortjes welke richting ik uit moet. Maar in steden is dat soms moeilijk en moet ik de kaart
consulteren. Onlangs heb ik een fietshouder gekocht om de smartphone op het fietsstuur te bevestigen. Probleem is wel dat ik het toestel voortdurend moet ontgrendelen
als ik de kaarten wil bekijken. En dat kost tijd.
Alternatief: het scherm de hele tijd aan laten staan. Maar dat vreet energie: de batterij houdt het dan maar 5 uur vol. Ik heb wel een Powerbank mee maar
dat is een gedoe met draden. Waarschijnlijk is een kleine fietsstuurtas de oplossing. Da's iets voor de volgende rit! (En zo blijft een mens bezig...)
Van Temse gaat het snel naar Sint-Niklaas. De drukte verdwijnt plots als ik het fietspad naar Hulst (Nederland) neem. De oude spoorlijn 54 (Mechelen - Terneuzen)
is hier een heerlijke fietsweg geworden die je heel snel naar de Nederlandse grens brengt. Met de wind in de rug is dit echt genieten.
Je merkt meteen dat je in Nederland bent. Het landschap is ongerept. Lintbebouwing bestaat vrijwel niet: de mensen wonen in steden en dorpen. Alles is
netjes en goed aangeduid. De fietswegen zijn beter dan in België. De vestingstad Hulst is een absolute aanrader - maar ik vlieg er voorbij. Op zoek
naar de Schelde in Terneuzen.
Zeeland: de vlag dekt de lading. Overal is hier water aanwezig. Je fietst haast voortdurend over dijken die het water in bedwang moeten houden.
De namen van de dorpen klinken fantastisch: Luntershoek, Zaamslagveer, Reuzenhoek. Zo dichtbij en toch zo anders.
Door het open, vlakke landschap kan je ver kijken en dus worden contouren van Terneuzen (vooral hoge appartementsblokken) snel zichtbaar.
Wow, hier ben ik nog nooit geweest. Ik rij de Scheldeboulevard op en word beloond met een schitterend panorama. Water, water en nog eens
water: de Westerschelde. Grote schepen, windmolens, dorpjes en stadjes aan de verre overkant. En de wind die zoals verwacht is geruimd naar het zuidoosten
en stevig blijft wafferen.
Van hieruit zijn er twee opties: ofwel volg ik de Westerschelde tot in Breskens, ofwel duik ik opnieuw het binnenland in. Aan de haven eet ik
mijn boterhammen met kaas en pesto. De zon brandt en dus volgt de eerste smeerbeurt van het seizoen.
Het wordt optie 2, via Biervliet, IJzendijke en Oostburg.
In Zuidzande fiets ik langs de prachtige koren- en pelmolen die dateert van 1874. Ondertussen komt er stilaan meer bewolking opzetten, maar het blijft droog.
En dan gaat het via Retranchement en de Internationale dijk naar Knokke. Het Zwin zelf krijg ik nauwelijks te zien: het fietspad op de Internationale dijk
ligt net aan de andere kant. Een metershoge dijk belet het zicht op het Zwin. Ze zijn nu wel met grote werken bezig om het Zwin nog groter te maken.
In Knokke ga ik de zeedijk op. Altijd een speciaal moment als je zo "voor het eerst" het strand en de zee ziet. Even later sta ik op het perron van
Zeebrugge-Dorp en spoor als een blij mens naar huis. Een dikke 120 km gefietst, veel gezien en heel gelukkig.
(29 februari 2016)
Het was tijd (en weer) voor een nieuwe uitdaging. Vandaag fietste ik naar Charleroi.
Nu hoor ik je denken: "Charleroi? Een industriestad? Daar is toch niks te beleven?". En misschien is dat ook zo, maar dat is precies het voordeel
van fietstochten. Als je veel en vaak fietst, ben je voortdurend op zoek naar nieuwe uitdagingen. Zo kom je op plaatsen waar je als automobilist
of vakantieganger nooit zou komen.
Bovendien ken ik België absoluut nog niet goed genoeg. Er is hier ontzettend veel te beleven. Je komt ogen tekort. De fiets is dan een ideaal hulpmiddel
om je eigen land te leren begrijpen en appreciëren.
Om 8.10 uur ben ik vertrokken met goede moed, twee boterhammendozen, 3 liter water, goede muziek en een
perfecte OsmAnd. Niet dat ik de GPS echt moet gebruiken: het Zeekanaal Willebroek-Brussel-Charleroi
is mijn leidraad.
Het eerste stuk is voor mij wat saai, want da's meestal een deel van mijn woon-werkverkeer. Tot Humbeek is het wel zalig fietsen. Dan volgt een
moeilijk stuk. In principe is het jaagpad tussen Humbeekbrug en Verbrande Brug enkel voor fietsers en voetgangers toegankelijk. Maar onlangs werd
de tractorsluis op vraag van een plaatselijke
landbouwer weggehaald. Gevolg: sluipverkeer en enorm veel steengruis op het pad. Hier is al menig fietsband gesneuveld en zijn al verschillende
renners onderuit gegaan.
Ter hoogte van Vilvoorde moet je even binnendoor, in pure modder-veldritstijl. Gelukkig is het een koude dag met een bevroren ondergrond. De bruggen
volgen mekaar op. Soms zijn het gigantische betonnen constructies, soms industriële hefbruggen. Maar de kwaliteit van de fietspaden is goed.
Enkele jaren geleden was de Havenlaan nog één gigantisch puttenparcours. Tegenwoordig geniet je van een lichtlopend fietspad. Dat
geldt trouwens ook voor de passage dwars door Brussel. De rode lichten moet je er wel bijnemen.
Voorbij Sainctelette graaft het kanaal zich helemaal in. Dat ceëert een heel speciaal effect, met diepliggende schepen middenin de stad. Het kanaal
opent het stadslandschap en geeft echt wel een meerwaarde aan de buurt.
Ik kom snel vooruit: de wind waait immers stevig uit het noorden tot het noordoosten. Ik heb dus wind in de rug. Af en toe zijn er sluizen en moet
ik even even recht op de trappers.
Al snel doemt Halle op, met zijn gotische Sint-Martinuskerk. Ik besluit even de stad in te duiken voor een mooi kiekje van de basiliek. Had ik beter
niet gedaan: wegenwerken aan een hoofdstraat verplichten me om helemaal rond te rijden. Enfin, zo'n werken zijn natuurlijk ook noodzakelijk, dus
ik moet niet zaniken ;-)
Nu ben ik niet alleen een zwakke fietser. Ik heb ook een hekel aan hellingen. Maar het moet gezegd: het hellend vlak was fietsgewijs geen enkel probleem.
Blijkbaar ben ik in al die jaren toch wat sterker geworden. Dat opent Ardense perspectieven...
Voorbij Ronquières wordt het fietspad duidelijk minder aantrekkelijk. Ik besluit zelfs om even van het kanaal weg te gaan (Rue de Bas-Rouges) om een stukje halve
wildernis te vermijden.
Voor Pont-à-Celles kronkelt het kanaal even helemaal de andere richting uit. Ik wist het: een venijnig stuk met de ijskoude wind op kop. Gelukkig
heb ik nog veel energie op overschot. Bovendien volgen er nog enkele sluizen waar ik mag dalen in plaats van klimmen - dat had ik niet verwacht.
Voorbij Roux verlaat ik het kanaal voorgoed en even later sta ik in Marchienne-au-Pont.
Wow. Ik word gekatapulteerd naar de 19e eeuw. Mijn laatste kilometers fiets ik langs de Samber. Overal grote, reusachtig grote fabrieken die getuigen
van een groots industrieel verleden. Maar nu zijn de meeste bouwwerken vervallen tot een verroeste boel metaal en verweerde bakstenen. In combinatie
met de staalblauwe lucht zorgt het voor een uniek panorama. Dit is (op een heel speciale manier) wondermooi. Ik maak dus heel veel foto's.
Soms lijkt het wel alsof ik in de platenhoes van Pink Floyd's "Animals" ben terechtgekomen.
En dan, bijna zonder overgang, is daar het grote station van Charleroi. Yes, I did it! Fiets op de trein, naar Mechelen sporen en vervolgens nog 12 km
naar huis fietsen. Ik ben nog ruim op tijd om 's avonds het eten te koken.
Mmm, dit smaakt naar nog!
(23 februari 2016)
Het is een venijnig virusje dat zorgt voor liters snot... maar een echte fietser hou je niet tegen.
Vanochtend na alle radio-weerberichten ben ik op mijn fiets gesprongen. De
Leirekensroute
is een oude spoorlijn die is omgebouwd tot fietspad. Je fietst door licht glooiende landschappen naar Aalst.
Ik had Aalst gekozen omdat de wind waaide uit westelijke richtingen. Eerst tegenwind dus, zien hoever we geraken en dan op de vleugels van de wind
terug naar huis knallen.
Nu viel het met de conditie heel goed mee. Ik was vrij snel (enfin, voor mijn doen toch) in Aalst. Vervolgens even verloren gereden in Hofstade,
maar met
OsmAnd
was dat vrij snel verholpen. En aangezien er nog wel wat jus in de benen zat, besloot ik langs het jaagpad naar Dendermonde te rijden.
Nu had de weerman (sic) gewaarschuwd voor buien in de loop van de dag. Maar voorlopig bleven die buien achterwege. En dus besloot ik in Dendermonde om de Schelde
te volgen tot in Temse.
In Baasrode werd de lucht dan toch grauw en grijs. Tijd voor plan B: zo snel mogelijk naar huis, hopelijk tussen de buien door. Via Opdorp en Malderen lukte
dat wonderwel. Na een tochtje van 70 km heb ik thuis mijn zelfgemaakte tomatensoep geproefd terwijl de hagelbuien
vrolijk tegen de ramen kletsten. Zalig.
(19 februari 2016)
Ziek. Al vier dagen niet kunnen fietsen en dus met de auto moeten gaan werken.
Dit is niet leuk. Het moet niet te lang duren... Ik heb het gevoel dat alles heel snel aan het vastroesten is ;-(
De meeste fietskilometers zijn afkomstig van mijn woon-werkverkeer. Op werkdagen fiets ik meestal tussen 42 en 52 km, afhankelijk van
het weer, de wind, de goesting en de verkeersdrukte. Vroeger koos ik steevast voor de kortste weg. Maar gaandeweg heb ik geleerd
dat de veiligste weg meestal een veel beter, veiliger en rustiger alternatief is. En dan zit ik liever 10 minuten langer op de fiets.
In tegenstelling tot wat veel mensen denken, ben ik absoluut geen wielerheld. Ik rij met een gewone stadsfiets. Snelheid haal ik
absoluut niet: alle echte wielertoeristen vlammen me voorbij. Kijk eens naar het aantal fietsuren hierboven...
Ik beschouw mezelf als een heel zuinig dieseltje dat langzaam
maar zeker zijn bestemming haalt. Geen probleem om vele uren op de fiets te zitten. En vooral: het is een dieseltje zonder sjoemelsoftware ;-)
Op zaterdag fiets ik in alle vroegte naar de Gusto in Antwerpen voor het Radio 2-programma "De weekwatchers" (overigens een absolute aanrader). Probleem is dan wel
dat ik niet tijdig 's middags in Brussel kan zijn voor het televisieweer. Daarom neem ik om 9.40 uur met fiets en al de trein van Antwerpen tot in Vilvoorde.
Dat kost 5 euro voor de fiets. En vanuit Vilvoorde is het nog 11 kilometer fietsen tot aan VRT Reyerslaan.
De laatste weken heb ik geregeld op de tanden moeten bijten: veel wind en veel regen.
Normaal regent het 7 à 8% van de tijd.
Op dit moment bedraagt dat percentage meer dan 20%.
(26 januari 2016)
De winter is verdwenen, vervangen door zacht weer en veel wind. Vandaag waait die wind uit het zuiden tot het zuidwesten.
En dus fiets ik via Duffel en de fietsostrade naar Brasschaat, Kalmthout en Essen.
Het is een prachtige tocht. Langs de Zenne en over de blauwe fietsbruggen van Dijle en Nete gaat het naar de fietsostrade
tussen Mechelen en Antwerpen. Ik heb deze route gekozen om meestal de wind in de rug te hebben. Op die manier krijg
ik een extra zetje en is het dubbel genieten.
Ik heb mijn route zoals steeds uitgekozen via
www.fietsnet.be
en brouter.de.
De fietstocht importeer ik in de
gratis app OsmAnd op mijn Android-smartphone.
OsmAnd gebruikt de gratis Open Street Maps. De app geeft me met een Nederlandse vrouwenstem richtingaanwijzingen:
"Binnen 200 meter naar links - binnen 90 meter naar links - naar links".
De rit die ik rij, wordt ook als een .GPX-file opgeslagen, zodat ik later mijn fietsavonturen kan analyseren.
En vooral: allemaal gratis.
In Berchem verlaat ik de fietsostrade en volg het fietspad langs de Antwerpse ring. Een prachtige realisatie: op de ring zie je de
files en de drukte, en zelf slinger je gezwind langs een bebost fietspad. Ik ontdek het Rivierenhof (nooit geweest). Want
dat is natuurlijk het fijne: tijdens een fietstocht zie je het landschap op zijn mooist. Je komt op plaatsen waar je met de auto nooit
naar toe zou rijden.
Via het mooie kanaal Dessel-Turnhout-Schoten gaat het verder noordwaarts. De bebouwing verdwijnt, de bossen verschijnen. Dit is
genieten. Ik passeer het bijenteeltmuseum.
En dan komt de Kalmthoutse heide: al veel van gehoord, maar nog nooit gezien. Het is zonder twijfel het hoogtepunt van de fietstocht.
Voor de zoveelste keer besef ik dat je echt niet naar het buitenland moet om prachtige vakantieplekken te ontdekken.
Ik arriveer net op tijd in Essen. Fiets op de trein en terug naar Mechelen. Dan wachten me nog 15 moeilijke kilometer naar huis - tegen de wind in.
Het is al donker als ik thuis kom.
De plannen voor nieuwe fietstochten zijn al gemaakt. Doornik, Vlissingen, Charleroi, Luik, Aken, Gouvy, Poperinge...
(18 januari 2016)
Na een periode met veel regen, hagel, smeltende sneeuw en sneeuw is de winter nu plots in het land.
In de regio Londerzeel was er de voorbije dagen wateroverlast.
Al dat water is nu veranderd in een ijsvlakte. Vandaag ben ik in die verijsde landschappen gaan fietsen.
Prachtig, maar tegelijkertijd ook wel wat gevaarlijk. Men was volop zout aan het strooien, maar er waren
op de landelijke wegen toch nog heel veel gladde plekken. En één gebroken elleboog is genoeg...
Het water was zich geleidelijk aan het terugtrekken. Daardoor hoorde je soms het ijs in de verte vervaarlijk kraken. Best wel spectaculair.
De hele rit vroor het. Maar ook met vriestemperaturen van -5°C kan je mits de juiste kledij (laagjes) perfect fietsen. Geen kou.
(13 januari 2016)
Januari telt tot nu toe al 13 neerslagdagen (meestal regendagen).
Jawel, het heeft deze maand al alle dagen geregend in Ukkel.
En toch staat mijn "regenpercentage" vandaag amper op 9,2%. Dat lijkt in flagrante tegenspraak met het aantal regendagen.
Maar... het regent niet continu op een regendag. Meer zelfs, enkele regendruppels op een schier onmogelijk uur (bvb. tussen 3.50 uur en 3.55 uur 's ochtends)
zijn voldoende om van die dag een regendag te maken. Het is met andere woorden perfect mogelijk dat je als fietser tijdens een regendag drie uur op de fiets
zit en het heel die tijd droog houdt.
En dat is precies wat er de voorbije dagen dikwijls is gebeurd. Vandaag had ik wel pech: een lokale bui bleef me zowat de hele heenrit achtervolgen.
(1 januari 2016)
Gisterenavond leuk de overgang van oud naar nieuw gevierd. Maar dat belet niet dat ik vandaag
opnieuw met de fiets ben gaan werken.