"Laat het klimaat je koud, dan zit je goed fout."
#tweertje
Laat die spreuken maar komen!
En vooral, keep it cool. pic.twitter.com/WmWSqxvAmD
— Frank Deboosere (@frankdeboosere) 1 december 2015
De enige echte @frankdeboosere kwam mij daarnet de #tweertje telescoop overhandigen. Ik geloof weer in Sinterklaas! pic.twitter.com/iDFlBvUhRF
— Stephanie Dehennin (@Poodle_Soup) 7 december 2015
Als algemene conclusie kunnen we dus stellen dat het onderzoek van de neerslaggegevens heeft geleid tot veel minder opvallende resultaten
dan bij de studie van de temperaturen. Dit kan gedeeltelijk verklaard worden door de zeer grote variabiliteit van de neerslaghoeveelheden in onze streken.
Toch kunnen we onthouden dat de jaarlijkse gecumuleerde neerslaghoeveelheden en de hoeveelheden tijdens de winter en de lente licht zijn toegenomen in Ukkel sinds de 19de eeuw en dat we hetzelfde patroon zien in verschillende streken van het land voor de jaarlijkse extremen van de gecumuleerde neerslaghoeveelheden over verschillende dagen (die zich meestal tijdens de winter voordoen) sinds de jaren 1950. Bij de jaarlijkse extremen van de totale neerslaghoeveelheden op kortere tijd (van 1 uur tot 1 dag) echter zien we geen opmerkelijke tendens, behalve voor de stations nabij de kust waar, volgens een recente studie, de jaarlijkse extreme waarden van de dagelijkse totale neerslaghoeveelheid duidelijk gestegen zijn vanaf het begin van de jaren 1980. Dat de neerslag van korte duur niet toegenomen is, toch niet in het binnenland, strookt helemaal niet met de indruk die bij het publiek leeft. We zijn, vooral de laatste jaren, immers getuige geweest van schade veroorzaakt door intense onweders. We moeten dus besluiten dat, indien de kwetsbaarheid van de stedelijke woongebieden ten opzichte van de onweersbuien gestegen is, dit waarschijnlijk ook het gevolg is van andere omgevingsfactoren, zoals de dichtheid van de bebouwing en de ondoordringbaarheid van de bodem. Wij benadrukken echter het feit dat deze bemerkingen geen voorlopige oordelen zijn betreffende de toekomstige evolutie van de onweerachtige neerslag in ons land en de hieraan verbonden lokale overstromingen. |