Wat is het dauwpunt? Wat is relatieve luchtvochtigheid?
Lucht bevat altijd een hoeveelheid
waterdamp
en dat ervaren wij als luchtvochtigheid. Bij een welbepaalde temperatuur kan er een bepaalde hoeveelheid waterdamp als
gas
in de lucht aanwezig zijn.
Opgelet: het gaat hier echt wel om waterdamp als gas! De
fijne waterdruppeltjes
die je ziet in de damp van kokend water, mag je dus NIET interpreteren als waterdamp.
Bij een
temperatuur
van 15 graden kan één kg lucht maximaal 10,7 gram waterdamp bevatten. Meer waterdamp per kg lucht kan niet, het teveel aan waterdamp zal onherroepelijk condenseren en
(kleine) waterdruppeltjes vormen. Zo ontstaan wolken.
Als die ene kg lucht van 15 graden inderdaad de maximale hoeveelheid van 10,7 gram waterdamp bevat, spreken we over een vochtigheidsgraad van 100 %.
Zit er in die diezelfde hoeveelheid lucht
(en bij een temperatuur van 15 graden Celsius) 5,3 gram waterdamp, dan bedraagt de relatieve luchtvochtigheid 50 %.
Zoals gezegd is de maximale hoeveelheid waterdamp in de lucht afhankelijk van de temperatuur. In één kilogram lucht van 5 graden kan maximaal 5,7 gram waterdamp.
Als het 25 graden is, kan één kg lucht tot
20 gram waterdamp bevatten. Of om het anders te zeggen: als je de temperatuur verhoogt bij een zelfde hoeveelheid waterdamp
per kubieke meter lucht, zal de lucht een stuk droger worden.
Vergelijk met een glas water waarin een bepaalde hoeveelheid suiker zit. Hoe hoger de temperatuur van het water, hoe meer suiker er
kan opgelost worden in het water.
Als vochtige warme lucht langs een koud voorwerp strijkt, zal het teveel aan waterdamp zichtbaar worden op dat voorwerp in de vorm van waterdruppels.
Daarom zal een koud brilglas beslaan als je in een warme ruimte komt. Als warme lucht in contact komt met koude lucht, zal
het teveel aan waterdamp condenseren en wolken vormen. Hetzelfde fenomeen zie je bij een dampende kop hete koffie
en ook op de foto hieronder.
Natte-bol-temperatuur en dauwpunt
Hoe meten we de luchtvochtigheid? Daarvoor maken we gebruik van een speciaal natuurkundig fenomeen, dat we allemaal kennen. Als je op een warme
zomerdag
buiten een oppervlakte natspuit, dan
wordt het daar tijdelijk heerlijk koel. Dat komt omdat het verdampende water warmte nodig heeft. Die warmte wordt onttrokken aan de lucht en dus wordt de lucht boven het natte oppervlak kouder.
De laagste temperatuur die we bekomen tijdens de verdampingsfase noemen we de "natte-bol-temperatuur".
In elke weerhut bevindt zich een thermometer met rond het reservoir een gaasje of een kousje dat voortdurend in gedestilleerd water is gedrenkt. De kous is dus altijd nat. Bij een
lage luchtvochtigheid is er bij de kous veel verdamping en zal de natte-bol-temperatuur dus erg laag zijn.
Is de luchtvochtigheid daarentegen erg hoog, dan is er nauwelijks verschil tussen de gewone luchttemperatuur en de natte-bol-temperatuur.
Uit het verschil tussen de natte-bol-temperatuur en de luchttemperatuur kunnen we het dauwpunt berekenen, dat is de temperatuur van de lucht in het geval ze volledig zou verzadigd zijn
met waterdamp.
Via het dauwpunt kan dan de relatieve vochtigheid worden afgeleid.
Nog andere vragen?
Statistieken:
Online: 34
Vandaag: 2.065
Laatste week: 9.033
Pagina's: 42.174.988
sinds 15 aug 2010