Waarom kan het toch koud zijn als de zon volop schijnt?

De zon is de motor van het weer. En toch, alleen met zonneschijn kan je onze verschillende weertypes niet verklaren. Dikwijls geeft de zon zalige warmte en is het buiten heerlijk toeven. Maar soms slaagt die zon er niet of nauwelijks in om het weer op te warmen.


Zon én koud weer komt vooral ’s winters voor. Dan is er weinig daglicht en duren de nachten erg lang. Tijdens die lange winternachten kan alles fel afkoelen. De zon schijnt tijdens een wintermaand amper enkele uurtjes per dag en dat is niet voldoende om alles echt op te warmen. Bovendien staat de zon 's winters erg laag aan de hemel waardoor ze niet veel energie per vierkante meter kan genereren.


Maar er is een tweede reden. Of het warm of koud is, hangt namelijk ook heel erg af van de windrichting. Als de wind uit het zuidwesten tot het westen komt, brengt hij zeelucht naar ons land. De zeeën zijn grote warmte-opslagplaatsen. ’s Zomers kunnen ze heel veel zonnewarmte opslaan. ’s Winters koelen ze nauwelijks af.


Als de wind ’s winters uit het zuidwesten tot het westen komt, stroomt er dus relatief zachte zeelucht naar ons land. Diezelfde windrichting brengt ’s zomers relatief koele lucht naar België. En daar kan de zon niet veel aan veranderen.


Als de wind uit de andere richting komt, dus uit oostelijke richting, komt hij over land (kijk maar na op een wereldkaart!). Nu koelt het land ’s winters heel snel af en warmt het ’s zomers snel op. Een oostenwind bezorgt ons ’s zomers dus heel warme landlucht. Diezelfde oostenwind waait ’s winters ijskoude landlucht naar onze streken.


Samengevat: de luchtsoort (van over zee of van over land) in combinatie met het seizoen is dikwijls belangrijker dan het aantal uren zonneschijn, als je de temperatuur wil kennen.



Nog andere vragen?

Statistieken:
Online: 28
Vandaag: 1.388
Laatste week: 7.532
Pagina's: 40.719.530
sinds 15 aug 2010