Soms flitst er een heel, heel heldere
vallende ster
door de hemel: een vuurbol. In werkelijkheid
gaat het om klein steentje (diameter van ייn cm of meer) die met een snelheid van tienduizenden
km/h vergaat in de dampkring. Dat doet de lucht fel oplichten en dat zien wij dan als een vuurbol.
Als het gaat om een heel helder exemplaar (zo helder als de volle maan of nog helderder), is het interessant om de baan van het object te
berekenen. Daarvoor hebben we veel waarnemingen nodig.
Meestal is het leven van een vuurbol immers erg kort: in 1 א 2 seconden is alles voorbij. Mensen worden dus verrast door de vuurbol en
dat leidt tot een onnauwkeurige waarneming. Steevast zal men ook de duur van het fenomeen overschatten.
WELKE GEGEVENS ZIJN BELANGRIJK?
1) We moeten weten waar je hebt waargenomen. De plaats van de waarneming is belangrijk:
de naam van de gemeente/stad. Vanop andere plaatsen zal men de vuurbol in een andere richting/windstreek hebben gezien.
2) De datum en het juiste uur van de waarneming. Zeker tot op de minuut nauwkeurig, als het kan
zelfs tot op de seconde nauwkeurig.
3) In welke windstreek zag je de vuurbol? Hoe bewoog hij? Passeerde hij "rakelings" langs
een ster/planeet? Positiebepalingen aan de hand van vaste sterren zijn natuurlijk het beste.
Als dat niet kan, vermeld je boven welke richting je de vuurbol zag ("boven die wijk", "rechts van de kerktoren",...).
Zelfs een aanwijzing als "van linksboven naar rechtsonder" kan nuttig zijn.