Om het weer waar te nemen, beschikken we over een uitgebreid net van waarnemingsstations. Maar het weer wordt natuurlijk boven onze hoofden gemaakt, niet aan het aardoppervlak. Daarom
moeten we ook peilingen hebben van de hogere lagen in onze dampkring. En daarvoor dienen de weerballonnen.
Driemaal per week wordt in Ukkel zo'n weerballon die gevuld is met waterstofgas of helium, opgelaten. Onder de ballon bengelt een klein pakje met
daarin een thermometer, een vochtigheidsmeter, een
barometer
en een ozonmeter. Door de ballon te
volgen via radio of via radar, kunnen we bovendien de
windrichting
en de windsnelheid op verschillende hoogten bepalen.
De weerballon haalt op ייn א twee uur tijd meestal een hoogte tussen 30 en 35 km. Dan spat de ballon uiteen.
Het pakje met de meettoestellen komt met een kleine plastic parachute naar beneden. Meestal komt de ballon terecht in de provincie Limburg
of de provincie Luik, maar dat is dus afhankelijk van de windrichting op de verschillende hoogten.
Vind je zo'n ballon met bijbehorende meetinstrumenten, dan mag je die altijd schenken aan een school.
De leerkracht aardrijkskunde zal je dankbaar zijn!
Hieronder de onwaarschijnlijke tocht van een appel aan boord van een weerballon in het programma "Magazinski".